Woorden van Jezus – Wanneer de onreine geest van den mens uitgegaan is
‘En wanneer de onreine geest van den mens uitgegaan is, zo gaat hij door dorre plaatsen, zoekende rust, en vindt ze niet. Dan zegt hij: Ik zal wederkeren in mijn huis, van waar ik uitgegaan ben; en komende, vindt hij het ledig, met bezemen gekeerd en versierd. Dan gaat hij heen en neemt met zich zeven andere geesten, bozer dan hij zelf, en ingegaan zijnde, wonen zij aldaar; en het laatste van denzelven mens wordt erger dan het eerste. Alzo zal het ook met dit boos geslacht zijn, Matth. 12:43-45.’
De geschiedenis waar we bij stilstaan, staat in de context van de genezing van de blinde die niet spreken kon. De Heere Jezus genas deze van de duivel bezetene, waarna hij weer kon zien en spreken. In de grondtaal kunnen we lezen dat deze persoon van demonen bezeten was. Demonen zijn geesten uit het rijk der duisternis die altijd op zoek zijn naar een lichaam om in te wonen. Daar waar zij een lichaam gevonden hebben wordt er op verschillende manieren gekweld, de één wordt blind, de ander kan niet spreken, weer een ander gaat gebukt onder ernstige rugpijnen (Luk. 13:11), een ander valt knarsetandend op de grond terwijl schuim uit de mond komt (Mark. 9:18). In het geval van deze laatste jongen die we ook wel maanziek noemen, drijft de Heere Jezus een onreine geest uit. Hier wordt de demon omschreven als een onreine geest net als in het geval van de man die in de graven woonde en zichzelf met stenen sloeg (Mark. 5:2). De van de duivel bezetenen kunnen we dus ook omschrijven als mensen die bezet zijn door één of meerdere onreine geesten. Voor Jezus de Machthebbende sidderen deze geesten en op Zijn machtswoord moeten zij wijken. De boze eigengerechtige farizeeërs maakte het volk duidelijk dat Jezus Zelf een onreine geest had (Mark. 3:30). Hiermee kwamen zij openbaar als vijanden van God en werden door Jezus omschreven als een Heilige Geest lasterend adderengebroed, kwade bomen die niets dan kwade vruchten konden voortbrengen.
Het is goed om de boodschap van Jezus woorden tot ons te laten doordringen, Hij gaf Zijn discipelen de macht om onreine geesten uit te werpen (Matth. 10:1). Geesten die het vermogen, het gevoel en het verlangen van de persoon verontreinigen en maken dat zij onrein zijn in gedachten en leven. Vandaag de dag onderschatten wij maar al te gemakkelijk de invloed van deze boze onreine geesten op mensenlevens. In deze eeuw denken velen dat er van onreine geesten geen sprake meer is. De geneeskunde, psychologie en farmacie heeft voor iedere “kwaal” een naam bedacht en een passend “medicijn” verzonnen. Vandaag is zonde en onreinheid geen zonde meer maar een aandoening, de persoon met een onreine geest die aanzet tot grof taalgebruik en vloeken is geen zondaar maar een zieke die een pil nodig heeft. De persoon met een onreine geest die kinderen verkracht en dood is een psychische zieke die medische behandeling nodig heeft. Ik geloof dat we vandaag de dag terug moeten naar de eenvoud van het Woord. De bevrijdende kracht op Jezus machtswoord is nodig om de boze te bestraffen en de onreine geesten te verdrijven. Het breken met de zonden en bekering tot God is noodzakelijk. Niemand kan en mag zich verschuilen achter onmacht of de schuld geven aan een onreine geest. Wij zijn persoonlijk verantwoordelijk voor de gedachten woorden en daden die uit ons voortkomen. Een zichzelf masturberende jongen of meisje, man of vrouw mag zich niet verschuilen achter een onreine geest maar moet breken, zich bekeren en de boze weerstaan totdat hij vliedt, misschien zelfs met vasten en bidden. Denk aan de woorden die we lezen in Jakobus 4:7: ‘Zo onderwerpt u dan Gode; wederstaat den duivel, en hij zal van u vlieden.’ En in Mattheüs 17:21: ‘Maar dit geslacht vaart niet uit, dan door bidden en vasten.’ Pas op, dat we ons niet verschuilen in een slachtofferrol maar als daders tot God naderen en Hem smeken om vergeving van onze zonden waarbij we belijden, breken en ons voornemen om te volharden tot het einde. Maar al te gemakkelijk worden zonden vandaag de dag goed gepraat en verslavingen als onschuldig weggezet. Als wij iets lekker vinden en er niet mee kunnen stoppen of vanaf blijven dan zijn wij verslaafd en dat terwijl Christus ons tot vrijheid roept.
Het onderwijs dat de Heere Jezus ons hier over onreine geesten geeft, is meer dan het overdenken waard. Wanneer een persoon is verlost van een onreine geest, die we dus ook een demon of duivel kunnen noemen, dan gaat die geest op zoek naar rust.
In het geval van de bezetene van Gadara smeekte de onreine geesten Jezus of zij in de onreine varkens mochten vluchten. Jezus liet het hun toe en de hele kudde van zo’n tweeduizend zwijnen stort van de steilte in de zee. Wat een bevrijding heeft hier plaatsgehad, een man, bezetene van een legioen duivelen, staat daar ineens netjes aangekleed en bij volle verstand terwijl hij nog maar even daarvoor schreeuwend en zichzelf slaand tevoorschijn kwam uit de graven waar hij woonde.
Lieve vrienden, er is hoop, Jezus leeft. Onder welke zonde, verslaving, onreine gewoontes of verlangens u ook gebukt gaat, in Hem zult u volkomen genezing vinden. Het proces van genezing begint bij het erkennen van uw zonden, het inzien dat het niet de maatschappij, uw ouders, uw vrienden of vijanden zijn die uw zondige daden veroorzaken maar uw eigen keuzes. U hebt uzelf meer liefgehad dan God, u hebt ervoor gekozen om de wetten van God te overtreden, u bent de persoon die uitvluchten zocht voor uw gedrag, maar zie dan toch eerlijk onder ogen dat niemand anders dan uzelf de schuldige bent. Belijdt uw zonden, breek er mee, geef de duivel niet langer plaats en bidt om het reinigend bloed van Christus, het Lam dat geslacht is voor de zonden. Geen enkele zonde of onreine geest mag u verhinderen te gaan tot Jezus Christus en Dien gekruisigd, Hij alleen kan en wil u reinigen van al uw zonden en bevrijden van iedere onreine geest.
Wat nu als de onreine geest is verdreven? Is dat een garantie dat de bevrijde persoon nooit meer lastiggevallen zal worden? Nee de Heere Jezus maakt duidelijk dat het ook kan gebeuren dat de onreine geest nergens rust vindt en weer terugkeert naar zijn huis waar hij is uitgegaan en in dit geval is dat huis leeg, met bezemen gekeerd en versierd. Met andere woorden, de bevrijdde persoon is wel bevrijd van een onreine geest maar heeft zich niet bekeerd. De leegte die is ontstaan bij het verlaten van de onreine geest is niet vervuld geworden met de Heilige Geest. De bevrijde persoon is geen aanbidder van God en Christus geworden, zijn gewoonten zijn niet geheiligd, zijn daden zijn niet op God gericht. Dankbaarheid, aanbidding en verwondering wordt niet gevonden en daar maakt de onreine geest dankbaar gebruik van. De onreine geest komt terug en neemt zeven andere onreine geesten met zich en zo is het uiteindelijk alleen maar erger geworden met deze van de duivel bezeten persoon die zojuist nog de bevrijding kon genieten. Ja zo zal het ook zijn met dit boze geslacht, zegt de Heere Jezus.
Lieve vrienden, wat een ernstige boodschap brengt de Heere Jezus ons hier. Het christelijke leven wordt hier niet voorgesteld als een gemakkelijk achteroverleunend leven. De Bijbel roept ons op tot een wakend leven, waarbij wij strijdend de geestelijke wapenrustig moeten gebruiken om de boze te kunnen weerstaan. De Heere Jezus leert ook nergens dat als er bij een persoon een onreine geest is uitgeworpen, die persoon dan gered is en straks ten hemel in zal gaan. Nee, de Heere Jezus leert dat zij die duivelen uitwerpen dit kunnen doen terwijl zij zelf verloren gaan (Matth. 7:23), zo kunnen ook zij die verlost zijn van vele zonden en duivelen, toch verloren gaan. Daarom zegt Petrus: ‘Zijt nuchteren, en waakt; want uw tegenpartij, de duivel, gaat om als een briesende leeuw, zoekende, wien hij zou mogen verslinden, 1 Petr. 5:8.’ Petrus had gezien dat zelfs de profeten en leraars, die het volk voor zouden moeten gaan, uiteindelijk niets anders waren dan zichzelfzoekende vervloekten, van hen staat geschreven: ‘Want indien zij, nadat zij door de kennis van den Heere en Zaligmaker Jezus Christus, de besmettingen der wereld ontvloden zijn, en in dezelve wederom ingewikkeld zijnde, van dezelve overwonnen worden, zo is hun het laatste erger geworden dan het eerste. Want het ware hun beter, dat zij den weg der gerechtigheid niet gekend hadden, dan dat zij, dien gekend hebbende, weder afkeren van het heilige gebod, dat hun overgegeven was. Maar hun is overkomen, hetgeen met een waar spreekwoord gezegd wordt: De hond is wedergekeerd tot zijn eigen uitbraaksel; en de gewassen zeug tot de wenteling in het slijk, 2 Petr. 2:20-23.’
In deze context moeten we ook de waarschuwing zien die we vinden in Hebreeën 6:4-6: ‘Want het is onmogelijk, degenen, die eens verlicht geweest zijn, en de hemelse gave gesmaakt hebben, en des Heiligen Geestes deelachtig geworden zijn, En gesmaakt hebben het goede woord Gods, en de krachten der toekomende eeuw, En afvallig worden, die, zeg ik, wederom te vernieuwen tot bekering, als welke zichzelven den Zoon van God wederom kruisigen en openlijk te schande maken.‘ Het gaat hier om mensen die voor het oog totaal veranderd zijn. Van vijanden van God werden zij aanbidders, van openbare zondaren werden zij nette oppassende mensen. Het kan ook zo zijn dat ze van jongs af aan nooit uitspattingen hebben gekend, netjes geleefd hebben en voor het oog aan God gewijd. Dan ineens is daar een ommekeer ten kwade, het nette leven wordt verlaten, God wordt vaarwel gezegd en de zonden krijgen de vrije teugel. Met andere woorden, het huis met bezemen gekeerd wordt ingenomen door de onreine geesten en het laatste is erger geworden dan ooit tevoren. In hoofdstuk 10 vers 26 van de brief aan de Hebreeën lezen we: ‘Want zo wij willens zondigen, nadat wij de kennis der waarheid ontvangen hebben, zo blijft er geen slachtoffer meer over voor de zonden.’ Kom vrienden, bekeert u, vlucht tot Jezus, breek met de zonden en leg uw leven in Vaders hand. Lieve broeders en zusters, waakt en bidt dat wij niet in verzoeking komen en strijd de goede strijd des geloofs, in Christus zijn wij meer dan overwinnaars, Hallelujah. Amen.
Wilco Vos Veenendaal 10-09-2018