Woorden van Jezus – Want uit den overvloed des harten spreekt de mond
‘Of maakt den boom goed en zijn vrucht goed; of maakt den boom kwaad en zijn vrucht kwaad; want uit de vrucht wordt de boom gekend. Gij adderengebroedsels! Hoe kunt gij goede dingen spreken, daar gij boos zijt? Want uit den overvloed des harten spreekt de mond. De goede mens brengt goede dingen voort uit den goeden schat des harten, en de boze mens brengt boze dingen voort uit den boze schat. Maar Ik zeg u, dat van elk ijdel woord, hetwelk de mensen zullen gesproken hebben, zij van hetzelve zullen rekenschap geven in den dag des oordeels. Want uit uw woorden zult gij gerechtvaardigd worden, en uit uw woorden zult gij veroordeeld worden, Matth. 12:33-37.’
‘Alle zonde en lastering zal de mensen vergeven worden, maar de lastering tegen de Geest zal de mensen niet vergeven worden’ zo sprak Jezus tot de farizeeërs. Hoe ernstig de zonden ook zijn, hoe ver een mens ook verstrikt kan zitten in leugen en bedrog, godsdienstige schijnvroomheid of losbandige uitspattingen, er is vergeving bij God door het bloed van Jezus Christus. Al hebben we mensen kwaad gedaan in daden of door slecht over hen te spreken, er is vergeving. Jezus Christus de Zoon van de levende God is gekomen om te zoeken en zalig te maken dat wat verloren is. Hij riep op om tot Hem te komen, Zijn Woord te geloven, ons te bekeren, ons kruis op te nemen en Hem te volgen. Geen zonde, hoe groot of afschuwelijk ook, mag ons verhinderen om tot Hem te gaan, want Zijn bloed reinigt van alle zonden. En toch… er is een uitzondering, de lastering tegen de Heilige Geest kan niet vergeven worden. Nu zijn er mensen die bang zijn deze zonde te hebben begaan, zij zijn bang nooit meer zalig te kunnen worden. Lieve vrienden, als u vreest deze zonde van lastering te hebben begaan dan zeg ik u, vreest niet, laat u niet verstrikken in de leugen van de boze. Zij die lasteren, doen dat tegen beter weten in en maken het werk van God verdacht. Zij spreken slecht over hen die God liefhebben en in Zijn wegen willen wandelen. Zij beoordelen de wonderwerken van God als duivelswerk en sluiten hun harten toe voor Gods genade. Zij zijn niet verlegen om Gods genadige ontferming maar denken door eigen kracht en inzet de zaligheid wel te bewerken. De farizeeërs zagen hoe Jezus de duivelen uitwierp en zeiden dat Hij dit deed door Beëlzebul, de overste van de duivelen, dat is het lasteren tegen de Geest.
Jezus gaat verder met te zeggen: ‘Of maakt den boom goed en zijn vrucht goed; of maakt den boom kwaad en zijn vrucht kwaad; want uit de vrucht wordt de boom gekend. Gij adderengebroedsels! Hoe kunt gij goede dingen spreken, daar gij boos zijt? Want uit den overvloed des harten spreekt de mond.’ Zoals wij zeggen: Aan de vrucht kent men de boom, zo legt de Heere Jezus de vinger op de zere plek. Nog maar even geleden klonk de oproep tot bekering uit de mond van Johannes de Doper, de voorloper van Jezus. Toen hij de zogenaamd vrome farizeeërs tot de doop zag komen, noemde hij hen; adderengebroedsel. Hoewel zij kwamen tot de doop was er van bekering geen sprake, Johannes riep hen toe dat zij de vruchten van bekering misten. Nu zij hier Jezus in een kwaad daglicht stellen en het werk van de Geest lasteren worden zij door Hem opnieuw omschreven als een gebroedsel van adderen. Na de ernstige woorden van Johannes hebben zij zich niet bekeert. Hun harten zijn boos, hard en verhard. Hoewel de mensen hen zagen als heiligen, noemt Christus hen een geslacht van adders, zij zijn niets anders dan het zaad van de slang dat vijandig is tegen Jezus Christus en Zijn Evangelie.
Wij zeggen; “Waar het hart vol van is, daar loopt de mond van over.” Zo zegt Jezus dat het hart van deze mannen vol ongerechtigheid is en dat zij niet anders kunnen dat dit uiten. Zij kunnen geen goede dingen spreken, net zomin als er aan een doornstruik geen zoete appels hangen. Jezus zegt: ‘De goede mens brengt goede dingen voort uit den goeden schat des harten, en de boze mens brengt boze dingen voort uit den boze schat.’ Wij zouden kunnen zeggen: Wie is goed, dan alleen God? Toch spreekt Jezus hier over goede en slechte mensen, waarbij Hij onderscheidt maakt tussen hen die zich tot God bekeerd hebben en hen die dat niet willen, om welke reden dan ook. Zij die door genade zichzelf overgeven aan Gods ontferming en het leven met Hem verkiezen boven alles, worden door God de Vader en Zijn Zoon gezien als mensen met een goed hart. Waarom? Omdat God Zelf, Zijn beeld in hen herstelt. Het hart dat eens zocht naar zichzelf in genot, bevrediging, rijkdom en eer. Zoekt nu steeds hoe het God kan dienen in een gehoorzame onderwerping. Het hart is vervuld met liefde tot God en de naasten en dat zal blijken in woorden en in werken.
We zouden kunnen zeggen dat het hart de wortel is en de taal de vrucht. Een hart vol liefde zal geen bitterheid opwellen. Een hart vol overdenkingen aan Gods genade en trouw zal daar gemakkelijk van getuigen en anderen aansporen om dezelfde God te zoeken omdat Hij barmhartig en groot van goedertierenheid is. De mond is een bijzonder iets, Jakobus vergelijkt de tong met het roer van een schip, hoewel het in verhouding maar een klein onderdeel van het schip is, bepaald het toch waarheen het schip vaart. Zo ook de tong, het is maar klein maar veroorzaakt grote dingen. Het kan tot rijke zegen zijn maar ook tot grote schade. Laten we een paar spreuken van Salomo overdenken: ‘De mond des rechtvaardigen is een springader des levens; maar het geweld bedekt den mond der goddelozen, 10:11. In de lippen des verstandigen wordt wijsheid gevonden; maar op den rug des verstandelozen de roede, 10:13. De wijzen leggen wetenschap weg; maar den mond des dwazen is de verstoring nabij, 10:14. De tong des rechtvaardigen is uitgelezen zilver; het hart der goddelozen is weinig waard, 10:20. De lippen des rechtvaardigen voeden er velen; maar de dwazen sterven door gebrek van verstand, 10:21. De mond des rechtvaardigen brengt overvloediglijk wijsheid voort; maar de tong der verkeerdheden zal uitgeroeid worden, 10:31. De lippen des rechtvaardigen weten wat welgevallig is; maar de mond der goddelozen enkel verkeerdheid, 10:32.’ We zien hier de verstandige rechtvaardige, tegenover de goddeloze dwaas. De één heeft een goed hart terwijl de ander een hart heeft vol addergif.
Hoe is het met onze mond, lieve vrienden? Hoe gebruiken wij onze lippen en tong? Jezus zegt: ‘Maar Ik zeg u, dat van elk ijdel woord, hetwelk de mensen zullen gesproken hebben, zij van hetzelve zullen rekenschap geven in den dag des oordeels.’ Als we deze ernstige woorden tot ons laten doordringen dan zouden we met David moeten uitroepen: ‘HEERE! zet een wacht voor mijn mond, behoed de deur mijner lippen.’ Jakobus noemt in hoofdstuk 2 van zijn brief de tong een ontembaar kwaad vol dodelijk venijn waarmee we God loven en de mensen vervloeken, terwijl zij naar de gelijkenis van God gemaakt zijn. Uit een en dezelfde mond komen zegeningen en vervloekingen. Net zomin als uit een fontein zoet en bitter water kan komen en aan een vijgenboom geen olijven kunnen hangen, zo zouden er uit onze monden geen zegeningen en vervloekingen moeten komen maar alleen zegeningen tot glorie van God en zegen van onze naasten. Jakobus zegt in hoofdstuk 1:26 ‘Indien iemand onder u dunkt, dat hij godsdienstig is, en hij zijn tong niet in toom houdt, maar zijn hart verleidt, dezes godsdienst is ijdel.’ En Paulus waarschuwt voor oneerbaarheid, zot geklap, en gekkernij, welke niet betamen; maar veelmeer dankzegging (Ef. 5:4).
Jezus besluit Zijn rede met: ‘Want uit uw woorden zult gij gerechtvaardigd worden, en uit uw woorden zult gij veroordeeld worden.’ Wat een waarde zouden wij moeten hechten aan het juiste gebruik van onze woorden. Hoe kunnen wij God dienen als onze tong niet bestuurd wordt door Gods Heilige Geest?
Hoe zou die tong bestuurd kunnen worden door de Heilige Geest als wij niet eerst ons hele leven in Gods handen hebben gelegd. Lieve vrienden, zonder Jezus is er geen leven, door de zonden is de weg tot God de Vader afgesneden en het herstel is alleen mogelijk door Jezus Christus Die voor ons de Weg, de Waarheid en het leven is. Als wij onszelf met al onze zonden, schuld en tekortkomingen tot Hem wenden om vergeving, dan zullen wij dit ontvangen. Zijn bloed reinigt van alle zonden. Als wij dat gelovig omhelzen dan vinden wij het eeuwige leven, dan wordt ons hart vervuld met Zijn liefde en vrede en mogen wij geloven dat de Heilige Geest in ons woont. Door die Geest mogen wij ons hart gedachten en mond laten vullen tot glorie van God. Wij worden opgeroepen om ons te voeden met het Woord van God, als dat rijkelijk in ons woont dan zal dit ook uit ons voortkomen en tegelijk bidden wij met David; ‘HEERE zet een wacht voor onze mond en behoed de deuren van onze lippen.’
Zelfs als geliefde kinderen van de Vader, moeten wij bedacht zijn op wat wij zeggen. Vrienden laten wij toch de ernst van de woorden van Jezus overdenken. Wat een kracht ligt er in woorden. Wij kennen allemaal de uitspraak: ‘woorden doen geen pijn.’ Toch weet ik zeker dat dit een leugen is. In woorden ligt een verborgen kracht. Hoeveel angst, pijn en ellende moeten mensen ondervinden als gevolg van dat wat anderen over hen hebben uitgesproken. Velen worstelen met een negatief zelfbeeld, een gevoel van afwijzing ten gevolge van een vloek die op hen rust door woorden van een vader of een moeder, een juffrouw of een meester, een leerraar of een andere gezagsdrager. Vrienden als dit uw lot is, er is bevrijding in Jezus te vinden. Laten wij onze woorden wegen en opziend naar boven de mensen om ons heen zegenen tot eer van God onze Vader en in navolging van Jezus onze Heiland. Amen.
Wilco Vos Veenendaal 27-08-2018