Volg ons op YouTube

Woorden van Jezus: Wat zijt gij vreesachtig, gij kleingelovigen?

En als Hij in het schip gegaan was, zijn Hem Zijn discipelen gevolgd. En ziet, er ontstond een grote onstuimigheid in de zee, alzo dat het schip van de golven bedekt werd; doch Hij sliep. En Zijn discipelen, bij Hem komende, hebben Hem opgewekt, zeggende: Heere, behoed ons, wij vergaan! En Hij zeide tot hen: Wat zijt gij vreesachtig, gij kleingelovigen? Toen stond Hij op, en bestrafte de winden en de zee; en er werd grote stilte. En de mensen verwonderden zich, zeggende: Hoedanig een is Deze, dat ook de winden en de zee Hem gehoorzaam zijn! Matth. 8:23-27.’

‘Volg Mij.’ Zo heeft de roepstem van Jezus geklonken. In het Evangelie van Johannes lezen we dat zij die Hem hebben aangenomen, de macht hebben gekregen om kinderen van God te worden (Joh. 1:12). Zij die geloven dat Hij, de Messias, gekomen is om zalig te maken dat verloren is, en dat grote Godsgeschenk gelovig omhelzen of aannemen, worden kinderen Gods genoemd. Zij die Jezus liefhebben, Hem kennen als hun persoonlijke Verlosser en net als Hij de hemelse Vader gehoorzamen, worden Zijn discipelen genoemd. Zij zijn de volgelingen van Jezus, die leren te volgen zonder te vragen, in het vertrouwen dat wat God doet, ook werkelijk goed is. Een discipel is een volgeling, een leerling die elke dag in de leerschool van vrije genade leert wat het is om uit en van genade te leven. Het zijn zij, die niet roemen in eigen kracht, inzicht en ervaring maar steeds meer leren leunen op God, door Hem te vertrouwen in alle dingen en Hem te volgen onder leiding van de Heilige Geest.

Terwijl de vossen holen hebben en de vogels nesten, zo had toch Jezus niets waar Hij het hoofd op neerleggen kon. Met andere woorden; Hij was niet gekomen om hier een veilig en rustig bestaan op te bouwen, nee, Hij was gekomen om te dienen, zelfs dwars door de dood. En zij die Hem willen volgen moeten gewillig dezelfde weg gaan. Zij die zich willen ophouden met de zorgvuldigheden van het leven, zijn niet bekwaam om Hem te volgen. Het is, of door het geloof leven uit de Bron van alle leven, of geestelijk dood in de zonden en de overtredingen. De roepstem: ‘Volg Mij’ kan allen beantwoord worden door te breken met de werken van de duisternis en de dood, om dan te wandelen in het Licht met Jezus. Hij sprak: ‘Laat de doden hun doden begraven’, zij die genoegen nemen met een leven buiten Jezus, zijn levend gestorven (1 Tim. 5:6).

Zij, die als reactie op de roep: ‘Volg Mij’, willen volgen, moeten leren sterven aan zichzelf om te leven in en door Christus. Daar zien we Jezus stappen in het schip en Zijn discipelen volgen Hem. Is er een betere plek dan daar waar Jezus is? Als Hij bij ons is, dan hebben wij het goed. De discipelen hadden veel om over na te denken, wat een onderwijs hadden zij genoten en wat een machtige wonderen gezien. Zouden wij niet ook graag daar aan boord van dat schip hebben willen zijn?

Maar kijk, een hevige storm breekt los, de wind loeit over het water, het schip wordt door de golven omhoog gezwiept en valt neer in de diepte. Het water bruist het schip binnen en angst vervult de harten van de mensen aan boord. Hoewel er onder de discipelen bekwame vissers waren, die wel wat gewend zijn, zien we hoe het hen vergaat als diegenen waarvan de psalmist heeft gesproken in de 107e psalm: ‘Die met schepen ter zee afvaren, handel doende op grote wateren; Die zien de werken des HEEREN, en Zijn wonderwerken in de diepte. Als Hij spreekt, zo doet Hij een stormwind opstaan, die haar golven omhoog verheft. Zij rijzen op naar den hemel; zij dalen neder tot in de afgronden; hun ziel versmelt van angst. Zij dansen en waggelen als een dronken man, en al hun wijsheid wordt verslonden, 23-27.’ Waar blijft ervaring en het redenerende inzicht op momenten als deze? Denk aan de zeelieden die samen met Jona in een grote storm waren beland, wat waren zij bevreesd. Ook later als Paulus op het schip is en de stormwind Euroklydon vele dagen woedt, dan vergaat alle hoop op behoud van hen die wel wat gewend waren.

Lieve vrienden, is het zo ook niet vaak in ons leven? Wat kunnen wij een kennis bezitten, misschien zelfs wel kennis die wordt ondersteund door rijke ervaringen. En toch, als dan de stormen losbreken, dan weten we werkelijk niet hoe het ooit zal aflopen. Al ben je dan een discipel van Jezus, dan nog wil dat niet zeggen dat je net als Hij, rustig kan liggen slapen te midden van zo’n storm. Een discipel is een leerling en moet vaak nog zoveel leren van de Leermeester. David heeft momenten van groot vertrouwen gekend en sprak daarvan in de 4e Psalm: ‘Ik zal in vrede te zamen nederliggen en slapen; want Gij, o HEERE! alleen zult mij doen zeker wonen, Ps. 4:9.’ Zo lag ook Jezus te rusten in een schip dat door de storm werd geslingerd. Hij, de Zoon van God, de Schepper van hemel en aarde, Die nachten in gebed was, ligt hier te slapen te midden van een storm. Waarom juist nu? Omdat Hij zijn leerlingen iets wil leren.

Vrienden, zo komen ook de stormen in ons leven, niet zonder reden. Als we dan geslingerd worden tussen hoop en vrees, dan mogen we weten dat er een God in de hemel is, Die alle macht heeft in hemel en op aarde. Als dan daar, al slingerend tussen hoop en vrees, het hart weer houvast vindt in Jezus, dan overwint het geloof alle twijfel en kan het niet anders dan roemen in God. Maar hier is een slapende Jezus, hoe is dat toch mogelijk? Is Hij dan helemaal niet bekommerd om zijn discipelen? Dat is de vraag die zij Hem stellen: ‘Meester, bekommert het u niet, dat wij vergaan? Mark. 4:38.’ Wat kan het benauwd zijn in het hart van hen die menen van God verlaten te zijn, of van Hem niet gehoord te worden. De Psalmdichter riep het uit: ‘O HEERE! waarom staat Gij van verre? waarom verbergt Gij U in tijden van benauwdheid? Ps. 10:1.’ En in Psalm 44 horen we: ‘Waak op, waarom zoudt Gij slapen, HEERE! Ontwaak, verstoot niet in eeuwigheid, vers 24.’ Wat het kan het stormen in het hart en leven van een kind van God. ‘Heere behoed ons, wij vergaan.’ Is dit nu het volgen van Jezus? Zulk heerlijk onderwijs genoten en dan nu met Hem aan boord te moeten vergaan. We zien Hem zijn ogen openen en horen Hem spreken tot Zijn angstige leerlingen: ‘Wat zijt gij vreesachtig, gij kleingelovigen?’ Waarom al die paniek, waarom zo bevreesd en dat in het bijzijn van Hem die zojuist de melaatse heeft gereinigd, de knecht van de hoofdman heeft genezen door te spreken en de koorts van de zieke schoonmoeder van Petrus heeft bestraft? Is Hij niet Dezelfde van Wie de Psalmdichter sprak dat de stormwind luistert naar Zijn woord (Ps. 148:8)? Hij staat op, bestraft de wind en zegt tegen de zee: ‘Zwijg, wees stil’ (Mark. 4:39). De wind gaat liggen en er was een grote stilte.

Lieve vrienden, als wij ooit deze stilte hebben genoten dan weten wij dat dit alles te boven gaat. Als ons hart rust vindt bij Hem Die gezegd heeft: ‘Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven, Matth. 11:28,’ dan weten we, dat de stormwind van ongeloof, ‘ja maars’, en veroordeling is weggenomen door Jezus Christus onze Heiland. Dan is daar het suizen van de zachte stilte die het hart vervuld met dankbaarheid en aanbidding.

Ja Jezus sliep, opdat Zijn discipelen Zijn almacht zouden genieten en zouden leren om in alles op hun Meester te vertrouwen. Zij riepen het uit: ‘Wie is toch Deze, dat ook de wind en de zee Hem gehoorzaam zijn?’ Het is Jezus, de Heere en als wij ons leven in Hem hebben gevonden, laat dan de rivieren maar bruisen, want wij weten dat Zijn macht werkelijke almacht is. ‘De rivieren verheffen, o HEERE! de rivieren verheffen haar bruisen; de rivieren verheffen haar aanstoting. Doch de HEERE in de hoogte is geweldiger dan het bruisen van grote wateren, dan de geweldige baren der zee, Ps. 93:3,4.’ In dat vertrouwen vinden we later Petrus, de discpiel van Jezus, die al door zoveel diepten was gegaan en steeds weer had ontdekt dat hij in en met Christus meer dan overwinnaar was. Terwijl hij in de gevangenis is, vanwege Zijn wandel als navolger van Jezus, ligt hij gerust te slapen, geboeid tussen twee krijgsknechten (Hand. 12:6). Als God voor ons is, wie zal dan tegen ons zijn? En als het dan eens benauwd wordt, kom, zie dan omhoog en weet dat onze God ons altijd hoort.

Vrienden, als u Deze Jezus nog niet kent als uw Zaligmaker, hoor dan vandaag nog Zijn stem; ‘Volg mij.’ Volg Hem, al moet dat zelfs door grote stormen heen, geborgen in Hem zult u voor eeuwig veilig zijn.

Lieve broeders en zusters, jullie die al wat langer wandelen in de voetstappen van onze Heiland, moeten wij niet zeggen dat Hij alles onder controle heeft? Als het dan eens benauwd werd, dan ervoeren wij de waarheid van de 107e psalm: ‘Doch roepende tot den HEERE in de benauwdheid, die zij hadden, zo voerde Hij hen uit hun angsten. Hij doet den storm stilstaan, zodat hun golven stilzwijgen, (vers 28,29). Hebt goede moed, Hij heeft de wereld overwonnen. Laten wij niet langer vreesachtig zijn als de kleingelovigen maar zien op onze overste Leidsman en Voleinder van het geloof. Nog een kleine tijd en wij zullen voor altijd bij Hem zijn. Amen, Hallelujah.

Wilco Vos Veenendaal 29-01-2018