Volg ons op YouTube

Woorden van Jezus – Weest niet bezorgd maar zoekt eerst het Koninkrijk van God

‘Daarom zeg Ik u: Zijt niet bezorgd voor uw leven, wat gij eten, en wat gij drinken zult; noch voor uw lichaam, waarmede gij u kleden zult; is het leven niet meer dan het voedsel, en het lichaam dan de kleding? Aanziet de vogelen des hemels, dat zij niet zaaien, noch maaien, noch verzamelen in de schuren; en uw hemelse Vader voedt nochtans dezelve; gaat gij dezelve niet zeer veel te boven? Wie toch van u kan, met bezorgd te zijn, een el tot zijn lengte toedoen? En wat zijt gij bezorgd voor de kleding? Aanmerkt de leliën des velds, hoe zij wassen; zij arbeiden niet, en spinnen niet; En Ik zeg u, dat ook Salomo, in al zijn heerlijkheid, niet is bekleed geweest, gelijk een van deze. Indien nu God het gras des velds, dat heden is, en morgen in den oven geworpen wordt, alzo bekleedt, zal Hij u niet veel meer kleden, gij kleingelovigen? Daarom zijt niet bezorgd, zeggende: Wat zullen wij eten, of wat zullen wij drinken, of waarmede zullen wij ons kleden? Want al deze dingen zoeken de heidenen; want uw hemelse Vader weet, dat gij al deze dingen behoeft. Maar zoekt eerst het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u toegeworpen worden. Zijt dan niet bezorgd tegen den morgen; want de morgen zal voor het zijne zorgen; elke dag heeft genoeg aan zijn zelfs kwaad, Matth. 6:25-34.’

Jezus Christus, het vlees geworden Woord, brengt als het Licht van deze wereld, aan het licht wat er in het hart van mensen leeft. Het Woord is als een tweesnijdend scherp zwaard en openbaart ons heel eenvoudig en scherp wie wij zijn en wat de keuzes zijn die wij maken. Of wij zijn bezig met het verzamelen van schatten op deze aarde of wij verzamelen schatten in de hemel. Of wij hebben een eenvoudig, helder oog, dat heel ons lichaam verlicht of wij hebben een boos oog en alles in en om ons heen is duister. Of wij dienen God, door onszelf aan Hem over te geven, rustend in Christus als onze enige grond van zaligheid, terwijl wij Hem liefhebben en verlangend uitzien naar de komst van Zijn Koninkrijk, of wij zijn slaven van de Mammon, verstrikt in alles van het hier en nu.

De Heere Jezus heeft ons aangespoord om ons te richten op het verzamelen van schatten in de hemel waarbij Hij heeft gezegd dat ons hart daar is waar onze schat is. Als de hemel voor ons de bewaarplaats is van onze schat, dan zal ons oog, ons hele lichaam verlichten en zullen wij God dienen met heel ons hart.

Na deze liefdevolle, aansporende en scherpe woorden waarschuwt Jezus ons om niet bezorgd te zijn over eten, drinken en kleding. Hoewel Mammon ons wil wijs maken dat bezorgdheid behoort bij het leven, wil Jezus ons wijzen op Gods Vaderlijke zorg. Zal Hij Die ons het lichaam en het leven heeft gegeven, niet zorgen voor dat wat wij nodig hebben? Kijk eens naar de vogels, hoor ze eens fluiten, geen van hen is bezig met zaaien of maaien, ze verzamelen niets in schuren en toch worden ze iedere dag gevoed door onze hemelse Vader. Zou Hij dan niet voor ons zorgen terwijl Hij ons geschapen heeft als het pronkstuk op Zijn schepping? Met al die zorg kunnen wij niets aan onze lengte toevoegen. En hoewel we weten van de rijkdommen, de pracht en de praal van koning Salomo weten we ook dat de lelie op het veld, die nergens zorg om heeft, de schoonheid van deze koning overstijgt. Zal God Die voor het gras zorgt dat vandaag op het veld staat en morgen als hooi in een oven geworpen kan worden, dan niet veel meer zorgen voor onze lichamen die van zoveel groter waarde zijn?

De heidenen, waarmee Jezus doelt op hen die zonder geloof, hoop en liefde door deze wereld trekken, zijn bezig zich zorgen te maken over eten, drinken en kleding maar wij mogen rusten in Vaders trouw en weten dat Hij zal voorzien. Zoeken wij eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid en al het andere zal ons worden toegeworpen. Vandaag mogen wij leven in het vertrouwen dat onze Vader Die in de hemel is, voor ons zorgt en voor morgen hoeven wij ons nu nog geen zorgen te maken. Vandaag komt er genoeg op ons af om ons nog niet bezig te houden met morgen. David zegt in Psalm 55:23: ‘Werp uw zorg op den HEERE, en Hij zal u onderhouden; Hij zal in eeuwigheid niet toelaten, dat de rechtvaardige wankele.’ Bij de dag leven, is één van de principes die God ons leren wil. Stapje voor stapje wandelen met het oog gericht op God, in het vertrouwen dat Hij het maken zal.

De kernboodschap die Jezus ons hier leren wil, kunnen we samenvatten als; weest niet bezorgd, leef in het vertrouwen en zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid en al het andere zal Hij ons schenken.

Dat het in praktijk brengen van deze opdracht tegen het verstand en de natuurlijke gevoelens ingaat zullen zij beamen die meer en meer leren leven in het vertrouwen dat Vader voor alles zorgt. Het in praktijk brengen van dit vertrouwen zal samengaan met een geestelijke strijd waarbij het eigen ik moet leren zwijgen. Steeds opnieuw zal Mammon ons willen overtuigen dat het niet goed zal aflopen tenzij wij gehoor geven aan zijn “wijze” adviezen. Hoewel ik eerlijk moet toegeven dat de adviezen van Mammon vaak veel realistischer lijken dan dat wat Jezus ons hier leren wil, kan ik u tegelijk met Petrus toeroepen: ‘Werpt al uw bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u, 1 Petr. 5:7.’ Steeds opnieuw heb ik, vaak tot beschamends toe, moeten leren dat Vader zorgt.

Het is al weer een aantal jaren geleden dat ik samen met mijn vrouw en zoon op wonderlijke wijze in Canada terecht kwam en daar in een prachtig huis mocht verblijven. De eerste nacht woedde een hevige storm rond het huis, de stroom viel uit en veel bomen werden die nacht geveld. Maar ook in mijn hart woedde een hevige storm, op wonderlijke wijze waren wij in Canada terecht gekomen maar hoe zouden wij ooit rond kunnen komen als de engelen die in Nederland het geld in onze brievenbus deden, de weg naar Canada niet kenden? Die nacht liet de Heere mij voor het eerst van mijn leven voelen hoe kleingelovig ik was, door te twijfelen aan Zijn almacht. Voor het eerst zag ik dat twijfelen aan Gods trouw zondig is en dat ook voor deze zonden mijn Heiland sterven moest. Het gedeelte van onze overdenking sprak tot mij persoonlijk en daarbij las ik Filippenzen 4:6 en 7: ‘Weest in geen ding bezorgd; maar laat uw begeerten in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God; En de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw zinnen bewaren in Christus Jezus.’ Dankend mocht ik bidden en in een diepe vrede mocht ik gaan slapen. De volgende morgen liep ik vanuit de benedenverdieping waar wij leefden naar de bovenverdieping om in rust wat te kunnen bidden. Ik zag een bruine bus van de UPC postbezorging voor de deur staan en het leek alsof de bezorger bij ons aan de deur was geweest, ik liep naar de voordeur om hem iets te vragen en vond in de gang een envelop die aan ons gericht was. Toen ik deze opende kon ik niet anders dan huilen van vreugde en diepe verwondering. Mijn vrouw kwam om te kijken wat er met mij aan de hand was. Waarop ik haar mijn strijd van die nacht en verwondering over deze bijzondere gebedsverhoring vertelde. Ook in Canada zond God Zijn engelen in de vorm van mensen waarvan Hij het hart bewerkte om ons te voorzien in dagelijks brood. Hoe groot is onze God en onuitsprekelijk Zijn trouwe zorg.

Lieve vrienden, laten wij vóór alle dingen ons hart op God richten. Als wij God nog niet kennen als onze Vader door het geloof in Zijn Zoon, dan zijn wij de ellendigste van alle schepsels. Buiten Jezus is alles verloren, arm en ellendig. Als wij hebben ontdekt dat er buiten Jezus geen leven is en tot Hem gekomen zijn als onze Verlosser en Zaligmaker, dan mogen wij, met Paulus, onze hemelse Vader danken: ‘Die ons getrokken heeft uit de macht der duisternis, en overgezet heeft in het Koninkrijk van den Zoon Zijner liefde, Col. 1:13.’ Wij bidden; ‘Uw Koninkrijk kome.’ Laten we daar dan ook op gericht zijn en onderzoeken hoe Zijn gerechtigheid ons geopenbaard wordt in Zijn Woord, opdat wij in Zijn wegen zullen wandelen. Vader zal voorzien, dat is wat Jezus ons heeft geleerd en Hij bemoedigd ons met deze woorden: ‘Vreest niet, gij klein kuddeken, want het is uws Vaders welbehagen, ulieden het Koninkrijk te geven, Luk. 12:32.’

Weest in geen ding bezorgd, bezorgd zijn kost veel energie, ontneemt de vrede en maakt vaak moedeloos. Nee, laten wij zien op Vaders trouwe zorg, ons toeleggen op het zoeken van Zijn Koninkrijk en gerechtigheid en vastklemmen aan de beloften die Jezus ons heeft gegeven. Dan zullen wij ontdekken dat Vader ons alle dingen schenkt. In Christus geborgen, richten wij ons op de heerlijke toekomst en zeggen met Paulus; als God voor ons is, wie zal dan tegen ons zijn? ‘Die ook Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, maar heeft Hem voor ons allen overgegeven, hoe zal Hij ons ook met Hem niet alle dingen schenken? Rom. 8:32.’

Wilco Vos Veenendaal 11-12-2017