Woorden van Jezus – worden als een kind
‘Te dierzelfder ure kwamen de discipelen tot Jezus, zeggende: Wie is
toch de meeste in het Koninkrijk der hemelen? En Jezus een kindeken tot Zich
geroepen hebbende, stelde dat in het midden van hen; En zeide: Voorwaar zeg Ik
u: Indien gij u niet verandert, en wordt gelijk de kinderkens, zo zult gij in
het Koninkrijk der hemelen geenszins ingaan. Zo wie dan zichzelven zal
vernederen, gelijk dit kindeken, deze is de meeste in het Koninkrijk der
hemelen. En zo wie zodanig een kindeken ontvangt in Mijn Naam, die ontvangt Mij,
Matth. 18:1-5.’
Drie jaren wandelen de
discipelen nu met hun Meester, veel hebben zij gezien, gehoord en geleerd. Ze
geloven dat Hij de Messias van God gezonden is, de Zoon van de levende God. Ze
hebben genoten hoe Hij alle macht heeft in de hemel en op de aarde. Veel hebben
zij genoten van de tekenen, de wonderen en dat wat Hij het volk, maar ook hen
in het bijzonder geleerd heeft. En toch, één ding moesten zij nog in het
bijzonder leren: Worden als een kind.
Bijzonder bevoorrecht, dat
waren ze, de discipelen van Jezus. Uitgekozen om de voetstappen van de Messias
te drukken. Verkoren om Zijn getuigen te zijn, Petrus was onderlaatst de rots
genoemd en op hem en zijn getuigenis zou de gemeente gebouwd worden. Petrus,
Jakobus en Johannes waren uitgekozen om met Jezus op de berg te zijn, zij
hadden gezien hoe Hij verheerlijkt werd en sprak met Mozes en Elia, zij hadden
de stem uit de hemel gehoord dat Jezus de geliefde Zoon van de Vader is in Wie
Hij Zijn welbehagen heeft. Beneden gekomen hadden de andere discipelen vanwege
hun ongeloof de maanzieke knaap niet kunnen helpen en werden zij daarop gewezen
door hun Meester. Hij had tot de Zijnen gesproken van Zijn lijden en sterven en
ook van Zijn opstanding. Ze begrepen er niet veel van, hoe was dit nu alles mogelijk
in de context van het komende Koninkrijk? Hoe het ook zij, het Koninkrijk zou
komen en nu waren zij onderweg in discussie geraakt wie van hen toch wel de
meeste zou zijn in dat heerlijke Koninkrijk. Ze zagen zich al zitten op de
tronen, als koningen zouden zij heersen, hun hart ging sneller kloppen bij de
gedachte aan zoveel eer.
De echo van Jezus woorden
klinken nog na: ‘Want de Zoon des mensen
zal overgeleverd worden in der mensen handen.’ De discipelen lijken het
geheel vergeten te zijn, ze rekenen zichzelf al als heersers in het door Jezus
op te richten Koninkrijk, maar wie van hen zal de belangrijkste zijn? Als ze in
huis gekomen zijn, vraagt Jezus volgens Markus 9: ‘Waarvan hadt gij woorden onder elkaar op de weg?’
Ineens zijn alle monden stil,
wat moeten ze zeggen? Jezus die alle dingen weet en zelfs de vissen in de zee
bestuurt om een geldstuk te brengen, kent hun gedachten en weet precies waar
zij met elkaar over gestreden hebben.
Terwijl de discpielen daar om
Jezus vergaderd zijn, roept Hij een kind tot Zich. Terwijl Jezus het kind in
Zijn armen sluit zegt Hij: ‘Zo wie een
van zodanige kinderkens zal ontvangen in Mijn Naam, die ontvangt Mij; en zo wie
Mij zal ontvangen, die ontvangt Mij niet, maar Dien, Die Mij gezonden heeft,
Mark. 9:37.’
Mattheüs omschrijft het als
volgt; Jezus sprak: ‘Indien gij u niet
verandert, en wordt gelijk de kinderkens, zo zult gij in het Koninkrijk der
hemelen geenszins ingaan. Zo wie dan zichzelven zal vernederen, gelijk dit
kindeken, deze is de meeste in het Koninkrijk der hemelen.’ Daar staat het
kind, geborgen in Jezus armen, ten voorbeeld van al die grote mannen. De oproep
van Jezus aan hun adres was dat zij zich moesten veranderen, ze moesten worden
als een kind. Ze konden wel bezig zijn met zichzelf op tronen te zetten, maar
als ze niet zouden worden als een kind, dan zouden ze niet eens kunnen
binnengaan in het Koninkrijk. Na al het onderwijs, en alle genoten voorrechten
leert Jezus hun hier de diepe les van vernedering, van bekering en veranderd
worden in het denken, zonder deze zaken is het onmogelijk te volharden tot het
einde en zalig te worden. Jezus volgen met het vooruitzicht op een ereplaats is
één, maar Jezus volgen dwars door de dood, in volkomen overgave en toewijding
aan de Vader, dat is een heel andere zaak. Dat is de les, die zij toen, en wij
vandaag moeten leren wil het wel zijn als Jezus straks komt als de Koning der
koningen.
Worden als een kind. Voordat
wij dieper inzoomen op het worden als een kind, moeten wij onszelf de vraag
stellen of Jezus voor ons onze Meester is. Is Jezus voor ons de Heiland Die wij
volgen? Zien wij in Jezus de Verlosser van God de Vader gezonden om ons te
verlossen van schuld en zonden? Alle mensen hebben gezondigd, alle mensen
hebben de dood en de hel verdient en nu is Jezus gekomen om de schuld van
mensen op Zichzelf te nemen, Hij is tot een vloek geworden aan het hout van
Golgotha om ons de zegen van het kindschap te geven. ‘Want alzo lief, heeft God de wereld gehad dat Hij Zijn Eniggeboren
Zoon gegeven heeft opdat eenieder die in Hem gelooft niet verderve maar het
eeuwig leven hebbe, Joh. 3:16.’ Jonge en oud, vroom of zondig, netjes
oppassend of met een strafblad of veel gemaakte brokken, wij worden geroepen om
te komen tot God door het geloof in de Heere Jezus Christus.
Het is mijn persoonlijke
ervaring en die van velen om mij heen dat het komen tot Jezus een grote strijd
kan zijn, wat een obstakels kunnen er opgeworpen zijn die ons verhinderen
eenvoudig onszelf over te geven in het gelovig vertrouwen dat ons al onze
zonden om Christus wil vergeven zijn. Zonder dat geloof is er geen redding
mogelijk, zonder Jezus te kennen als Verlosser en Zaligmaker zijn wij verloren.
Juist in deze context is het ook goed om na te denken over het worden als een
kind.
Worden als een kind, is een
voortdurend proces, het is nodig om te komen tot Jezus, en het is nodig om te
groeien in het proces van volwassen worden in het geloof. Het klinkt
tegenstrijdig maar niemand zal volwassen worden in het geloof, als we niet
voortdurend worden als een kind. Hoe heerlijk om een kind te zien liggen in
moeders armen, veilig aan moeders borst, geen weet van de gevaren in de boze
wereld, geen zorgen om eten en drinken, kleding, een huis of inkomen. Geen
zorgen voor de dag van morgen maar heerlijk genietend in de koesterende armen
van een liefhebbende moeder. Dat is nu precies hoe wij onszelf mogen overgeven
aan de liefde van God de Vader. Komen tot Jezus, en hulpeloos onszelf overgeven
aan Zijn trouwe zorg. Veel getob zou het kind van God kunnen bespaard blijven
als het de les leert van de baby aan moeders borst. Waarom al die twijfel aan
de trouwe zorg? Waarom steeds die vraag of de liefde van God wel echt voor ons
persoonlijk geldt? Vrienden, word als een kind en laat de liefdevolle zorg je
dragen.
Maar worden als een kind
betekent ook gehoorzaamheid leren en dat is niet altijd gemakkelijk. Het kleine
kind is vol vertrouwen, maar wanneer het wat groter wordt begint het al snel
een eigen wil te ontwikkelen die niet van overgave wil weten. En toch is dat
wat Jezus ons leren wil. Het kind in Jezus armen, is daar veilig en geheel
afhankelijk van de zorg van de ouder moet het zich onderwerpen aan de regels
van het gezin. Zo moet het kind van God, eigen inzicht op het altaar leggen om
te worden vernieuwd in het denken in overeenkomst met de wil van God.
Laten we eens door wat teksten
in de Bijbel bladeren. Jezus sprak voor het sterven: ‘Indien gij Mij liefhebt, zo bewaart Mijn geboden. En Ik zal den Vader
bidden, en Hij zal u een anderen Trooster geven, opdat Hij bij u blijve in der
eeuwigheid, Joh. 14:15,16.’ Als wij Jezus liefhebben dan moeten wij ook
Zijn geboden in praktijk brengen, dat is wat de discipelen leerden. Jezus
beloofde de Trooster Die zou komen en nooit meer van hen gaan. Worden als een
kind, dat zouden zij leren dwars door de dood van hun Heiland heen. Het was
nodig dat de Trooster, de Heilige Geest hun harten zou vervullen en zou leiden
op hun levenspad. Dan klinken de troostvolle worden van Jezus, nog voor Zijn
sterven: ‘Want de Vader Zelf heeft u
lief, dewijl gij Mij liefgehad hebt, en hebt geloofd, dat Ik van God ben
uitgegaan, Joh. 16:27.’ Horen wij de echo? “Want de Vader Zelf heeft u lief!” Dan, na het sterven en de
opstanding van Jezus klinkt de stem vanaf de wal: ‘Kinderkens, hebt gij niet enige toespijs? Joh. 21:5.’ Kinderen
waren het en kinderen moesten zij blijven. Net als een kind mochten ze alle
eigenwijsheid overboord gooien om te vertrouwen op Jezus woord. Hoewel zij de
hele nacht hadden gevist en niets gevangen gaf Hij hen de opdracht: ‘Werpt het net aan de rechterzijde van het
schip, en gij zult vinden. Zij wierpen het dan, en konden hetzelve niet meer
trekken vanwege de menigte der vissen, Joh. 21:6.’ Hoe groot is onze God.
Nadat Jezus is opgevaren en de
Heilige Geest is uitgestort heeft Petrus als een kind van de hemelse Vader ons
onderwezen om te worden als een kind. ‘Als
gehoorzame kinderen, wordt niet gelijkvormig aan de begeerlijkheden, die te
voren in uw onwetendheid waren; Maar gelijk Hij, Die u geroepen heeft, heilig
is, zo wordt ook gijzelven heilig in al uw wandel; Daarom dat er geschreven is:
Zijt heilig, want Ik ben heilig, 1 Petr. 1:14-16.’ Door geloof alleen
worden wij gered om te worden als een kind en in gehoorzaamheid onszelf te
onderwerpen aan Vader. Jakobus zegt: ‘Vernedert
u voor den Heere, en Hij zal u verhogen, 4:10.’ Laat dat voor ons de melk,
de vaste spijze, ja ons eten en ons drinken zijn. ‘En, als nieuwgeborene kinderkens, zijt zeer begerig naar de redelijke
onvervalste melk, opdat gij door dezelve moogt opwassen, 1 Petr. 2:2.’
Vrienden, zoek Jezus en leef, broeders en zusters, laten wij afleggen alle
hoogmoed en eerzucht en met elkaar onszelf onderwerpen als geliefde kinderen
van God. Amen. Wilco Vos Veenendaal 05-03-2019