Volg ons op YouTube

Woorden van Jezus – Zalig is hij die aan Mij niet geërgerd zal worden

‘En het is geschied, toen Jezus geëindigd had Zijn twaalf discipelen bevelen te geven, dat Hij van daar voortging, om te leren en te prediken in hun steden. En Johannes, in de gevangenis gehoord hebbende de werken van Christus, zond twee van zijn discipelen; En zeide tot hem: Zijt Gij Degene, Die komen zou, of verwachten wij een anderen? En Jezus antwoordde en zeide tot hen: Gaat heen en boodschapt Johannes weder, hetgeen gij hoort en ziet: De blinden worden ziende, en de kreupelen wandelen; de melaatsen worden gereinigd, en de doven horen; de doden worden opgewekt, en den armen wordt het Evangelie verkondigd. En zalig is hij, die aan Mij niet zal geërgerd worden, Matth. 11:1-6.’

Terwijl de discipelen van Jezus, in gehoorzaamheid aan hun Meester, uitgaan om de boodschap van het Koninkrijk te verkondigen en de machten van de duisternis te verbreken, trekt Jezus al onderwijzend verder. Overal waar Hij komt, klinkt de oproep tot bekering en geloof en worden zieken genezen.

De geruchten van Jezus wonderlijke optreden bereiken ook Johannes die ondertussen al zo’n tien maanden in de gevangenis zit. Jaren terug ontmoette de zwangere moeder van Jezus, de zwangere moeder van Johannes waarbij Johannes opsprong in de buik van zijn moeder. Deze wonderlijke man is van God geroepen om als wegbereider voor Jezus uit te gaan. Door Maleachi is hij aangekondigd als de Elia die komen zou voordat die grote en vreselijke dag des HEEREN komen zou. De dag van de HEERE, de periode van Jehova waarin Hij alle dingen zal herstellen. Dan zal de Messias komen om te oordelen, de schapen van de bokken te scheiden en alles tot volmaaktheid te brengen. Daarvan was Johannes doordrongen en daarom heeft hij opgeroepen tot geloof en bekering. Hij riep op tot verootmoediging en allen die gehoor gaven aan zijn oproep werden gedoopt. Johannes was eerlijk en scherp, nee niet de afkomst maar de vruchten maken het verschil, het maakt niet uit, uit welke familie we komen, dat geeft ons geen toegang tot het eeuwige leven, maar de vruchten die voortkomen uit de gelovige levenswandel openbaren hoe het vanbinnen in ons hart gesteld is. Nu is het nog de tijd, zo riep Johannes, de bijl is alreeds aan de wortel van de boom gelegd en alle boom die geen goede vrucht voortbrengt zal afgehouwen worden en in het vuur geworpen worden. Johannes doopte wel met water maar wees op Jezus Die komen zou om te dopen met de Heilige Geest en met vuur. In Zijn hand is de wan en Hij zal Zijn dorsvloer zuiveren en Zijn tarwe in de schuur samenbrengen terwijl het kaf met een niet uit te blussen vuur verbrand zal worden.

Omwille van het aanwijzen van de zonden en deze ernstige oproep tot bekering, zit Johannes in de gevangenis, hij heeft Jezus aangewezen als het Lam Gods dat de zonde der wereld wegnemen zou, hij heeft Hem gedoopt en gezien hoe de Heilige Geest neerdaalde en gehoord hoe vanuit de hemel werd gesproken: ‘Deze is Mijn Zoon, Mijn geliefde, in Dewelke Ik Mijn welbehagen heb, Matth. 3:17.’ Nu zou het toch wel spoedig tot een climax moeten komen, zo zal Johannes gedacht hebben. Nu zal de antichrist ontmaskerd worden, de satan overwonnen, de zonde uitgedelgd en de vrede eindelijk zegevieren.

Maar de geluiden die tot Johannes doordringen in de gevangenis brengen hem in verwarring, hij hoort niet van oordeel en afrekening. Hij hoort wonderlijke verhalen over de onderwijzende Jezus. Hier zit de Godsgezant, alleen in zijn overdenkingen, hij was van God geroepen om de ernstige boodschap van bekering te prediken, de weg voor te bereiden voor de Messias. De gevolgen zijn niet eenvoudig en het berusten in Gods voorzienigheid en volmaakte goedheid is niet altijd eenvoudig. De geschiedenis maakt ons duidelijk dat ook Johannes in zijn geloofsleven momenten van strijd en twijfel heeft gekend.

Lieve vrienden, misschien kent u in uw persoonlijke leven ook een strijd tussen hoop en twijfel. Wat kan het een worsteling zijn als de ogen opengaan voor de werkelijkheid en we gaan begrijpen dat het leven geen feestje in een speeltuin is maar een voorbereiding op de komende dag van Jehova. Als we gaan begrijpen dat we straks voor God moeten verschijnen en verantwoording moeten afleggen over alles wat we gedaan hebben. Is het dan wel met uw ziel? Zijn onze zonden dan verzoend omdat God ons door het geloof in de Heere Jezus Christus heeft vrijgemaakt van vloek en oordeel? Hebben wij in Jezus Christus, onze hoop, ons leven en onze toekomst gevonden? Wat een heerlijke wetenschap om te mogen weten dat ons uit genade door het geloof alle zonden vergeven zijn.

Vrienden, als u nog nooit uw leven heeft overgegeven, nog nooit bent gekomen tot de belijdenis van uw zonden en als Christus Jezus niet de vreugde van uw hart is, dan bent u ongelukkig en zal het oordeel van God u straks treffen. O kom toch tot inzicht, nu het nog kan, keer u af van uw slechte weg en buig u voor God, belijd uw zonden en ontvang uit genade het eeuwige leven.

Broeders en zusters, u die mag wandelen door het geloof met het oog op Christus gericht, wat kan het soms tekeer gaan in het hart dat bestormd wordt door twijfel en vrees. Een Mozes, een Elia, een Jeremia, een David en ook Johannes de Doper hebben allen momenten van twijfel gekend. Het valt niet mee om eerlijk uit te komen voor dat wat er werkelijk toe doet, het valt niet mee om de werken van de duisternis te ontmaskeren en anderen te wijzen op de gevaren van de leugenachtige bedriegers van deze eeuw. Het valt niet mee om de gevolgen te ondervinden van het prediken van het Koninkrijk der hemelen en te wijzen op Die enige Naam die onder de hemelen gegeven is waardoor de mensen moeten zalig worden. Wat als de omstandigheden moeilijk worden, wat als het zicht op de profetieën begint te wankelen, wat als vaststaande leerstellingen beginnen te wankelen? Wat als de gevangenismuren ons omringen en we niet begrijpen hoe het alles ooit goed zal komen?

Lieve vrienden, iedere gelovige moet steeds weer leren dat Christus alleen onze hoop kan zijn, steeds opnieuw moeten wij er zelf tussenuit om God alleen de eer te kunnen geven. Door de grootste stormen van twijfel en ongeloof heen is het de grote vraag, op wie vestigen wij het oog? Als wij roepen tot God, dan zal Hij steeds weer uitkomst geven, al is dat dan soms heel anders als dat ons vlees het graag zou willen. Weet dat alles ons moet meewerken ten goede, onze God heeft alles in Zijn hand.

Johannes heeft zijn discipelen onderwezen en hen gewezen op Jezus de Messias, maar nu lijkt toch alles te schudden. Misschien is hij door zijn eigen discipelen bestookt met kritische vragen rond het optreden van Jezus, hoe het ook zij, hij stuurt twee van zijn discpelen uit tot Jezus met de vraag: ‘Zijt Gij Degene, Die komen zou, of verwachten wij een anderen?’ Is Jezus de Messias of is Hij, net als Johannes, een voorloper en moet de Messias nog komen? Tot wie kon Johannes zich beter wenden dan tot Jezus Zelf? Wat een wijs besluit om tot Jezus te gaan. Hoe wijs is het antwoord van Jezus, geen berispingen, geen boze woorden maar een onderstreping van de profeten. Hij zegt: ‘Gaat heen en boodschapt Johannes weder, hetgeen gij hoort en ziet: De blinden worden ziende, en de kreupelen wandelen; de melaatsen worden gereinigd, en de doven horen; de doden worden opgewekt, en den armen wordt het Evangelie verkondigd.’ Ja Johannes het herstel van alle dingen is door de profeten gepredikt, maar ook wat je nu hoort is door de Profeten voorzegt. Jesaja heeft gezegd: ‘En te dien dage zullen de doven horen de woorden des Boeks; en de ogen der blinden, zijnde uit de donkerheid en uit de duisternis, zullen zien, Jes. 29:18.’ En ‘Alsdan zullen der blinden ogen opengedaan worden, en der doven oren zullen geopend worden, Jes. 35:5.’ Nee de tijd van het oordeel was nog niet gekomen, Jezus de Messias moest komen, om het Koninkrijk te prediken en door Zichzelf de Weg tot de Vader te openen. Hij heeft de profetie van Jesaja 61:1 gelezen en duidelijk gemaakt dat ze in vervulling is gegaan: ‘De Geest des Heeren HEEREN is op Mij, omdat de HEERE Mij gezalfd heeft, om een blijde boodschap te brengen den zachtmoedigen; Hij heeft Mij gezonden om te verbinden de gebrokenen van harte, om den gevangenen vrijheid uit te roepen, en den gebondenen opening der gevangenis.’

Dan sluit Jezus Zijn boodschap aan Johannes af met de veelbetekenende woorden: ‘En zalig is hij, die aan Mij niet zal geërgerd worden.’ Zalig hij en zij die door het geloof hun enige houvast in deze Jezus vinden. Zalig hij en zij die zich niet ergeren aan een Messias die moest komen om Zichzelf zo diep te vernederen. Zalig hij en zij die zich niet ergeren aan de moeilijke weg van het volgen van Jezus soms door de grootste moeiten heen. Ja zalig zijn wij als wij ons kruis gewillig dragen, het oog gericht op de Messias en schouder aan schouder werken in Zijn wijngaard terwijl we biddend uitzien naar Zijn komst waarbij Hij alle dingen nieuw zal maken. Nog even en Hij zal komen om werkelijk Zijn dorsvloer te zuiveren en zalig zij die zich daaraan niet ergeren maar zich daarin verblijden.

Velen hebben in Jezus, de Messias niet herkend en zagen inderdaad uit naar een ander, maar wij geloven dat de woorden van Jezus tot grote troost is geweest voor Johannes die als een Elia is gekomen om op te roepen tot geloof en bekering. Heeft die boodschap ons hart al geraakt en is Jezus onze vreugde of is Hij ons tot ergernis? Amen.

Wilco Vos Veenendaal 16-05-2018