Woorden van Jezus – Zo zal uw hemelse Vader ook uw misdaden vergeven
‘Want indien gij den mensen hun misdaden vergeeft, zo zal uw hemelse Vader ook u vergeven. Maar indien gij den mensen hun misdaden niet vergeeft, zo zal ook uw Vader uw misdaden niet vergeven, Matth. 6:14-15.’
Nadat de Heere Jezus Zijn discipelen geleerd heeft om te bidden met een oprecht hart, dat is een hart dat de eer van God zoekt en niet die van mensen, heeft Hij geleerd wat de inhoud van het gebed moet zijn. Nu gaat Hij verder met te wijzen op de noodzaak van het vergeven van onze schuldenaren. Als wij onze schuldenaren vergeven, dan zal ook God de Vader onze schulden vergeven, maar als wij onze schuldenaren niet vergeven, dan zal ook God de Vader onze schulden niet vergeven. Dit zijn ernstige, scherpe woorden die het overdenken meer dan waard zijn.
Toch moeten we in de eerste plaats goed beseffen wat de context is van deze woorden. De gedachte zou kunnen ontstaan dat, als wij hen vergeven, die ons iets hebben aangedaan, wij dan vergeving bij God ontvangen. Maar dit is absoluut niet wat de Heere Jezus ons wil leren. De Heere Jezus heeft nooit geleerd dat we door een actie, behouden zouden kunnen worden. De zondeschuld die de mens van God scheidt is niet te verzoenen door iets dat wij kunnen doen. De zondeschuld wordt uit genade door het geloof vergeven.
Paulus zegt het zo helder in Romeinen 1:16 en 17: ‘Want ik schaam mij het Evangelies van Christus niet; want het is een kracht Gods tot zaligheid een iegelijk, die gelooft, eerst den Jood, en ook den Griek. Want de rechtvaardigheid Gods wordt in hetzelve geopenbaard uit geloof tot geloof; gelijk geschreven is: Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven.’ Het Evangelie, de blijde boodschap van redding en genade door Christus Jezus, is de kracht van God tot zaligheid voor iedereen die gelooft. In dat Evangelie wordt de zondaar Gods genade geopenbaard en genodigd om te komen tot het heil, om uit genade, de vergeving van schuld te ontvangen. Het is niet door onze gebeden, niet door onze levenswandel, nee geen enkel werk, hoe oprecht, vroom of volgens de heilige wet, zal ons kunnen redden, niet het bloed van stieren en bokken volgens de wetten van het oude Verbond; ‘Maar nu is de rechtvaardigheid Gods geopenbaard geworden zonder de wet, hebbende getuigenis van de wet en de profeten: Namelijk de rechtvaardigheid Gods door het geloof van Jezus Christus, tot allen, en over allen, die geloven; want er is geen onderscheid. Want zij hebben allen gezondigd, en derven de heerlijkheid Gods; En worden om niet gerechtvaardigd, uit Zijn genade, door de verlossing, die in Christus Jezus is, Rom. 3:22-24.’ Allen die door Gods genade hebben ingezien dat zij wandelen op een weg zonder God die eindigt in het verderf en zich hebben omgekeerd tot God, door hun knieën te buigen, hun zonden te belijden en in het geloof de verzoening hebben aangenomen die Christus voor ons bracht, kunnen niet anders, dan zeggen; “Ik ben gered door het geloof van Jezus.” Het is het geschenk dat God Zelf ons geeft. Hoe wonderlijk is toch Deze God, Hij schenkt uit oneindige goedheid vergeving aan zondaren die het niet verdiend hebben. Hij is de Bron, van alle goed. Van Hem alleen is onze verwachting, wie van ons kan zeggen te geloven, zonder dat geloof, dat van God geschonken is? Niemand hoeft te wanhopen, want iedereen die tot de Heere Jezus vlucht vindt vergeving, vrede en eeuwig leven en zal zeggen; “Ik ben gered door het geloof dat ik van Jezus ontving.”
Dan zeggen wij met Paulus: ‘Wij dan, gerechtvaardigd zijnde uit het geloof, hebben vrede bij God, door onzen Heere Jezus Christus, Rom. 5:1.’ En vanuit deze vrede mogen wij het gebed bidden dat Jezus ons Zelf geleerd heeft, terwijl wij in gemeenschap met al onze broeders en zusters, verspreidt over de wereld zeggen: “Onze Vader, Die in de hemelen zijt.” Lieve broeders en zusters in onze Heere en Heiland, Die onze Profeet, Priester en Koning is, wij hebben elkaar nodig zoals de hand, de arm, de voet, het been, ja als leden van hetzelfde lichaam weten wij ons in Christus het hoofd verbonden. Hem alle eer.
In deze context komen de woorden over het vergeven van hen die ons kwaad gedaan hebben tot ons. Wij hebben geleerd te bidden: “En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren.” Dat ten diepste niets anders inhoud, dan dat de gelovige belijdt, haar schuldenaren te vergeven. Want als de bidder nog in onmin leeft met hem die hem iets aangedaan heeft, dan betekent de verhoring van dit gebed, dat zijn persoonlijke schuld tegenover God, ook open blijft staan. Wat een verantwoording rust er op de schouders van hen die belijden een kind van God de Vader te zijn. Het zijn altijd de zonden die scheiding maken tussen God en de ziel, zoals we dat ook lezen in Jesaja 59:2: ‘Maar uw ongerechtigheden maken een scheiding tussen ulieden en tussen uw God, en uw zonden verbergen het aangezicht van ulieden, dat Hij niet hoort.’
Het is niet het komen tot Jezus, het beroemen op de redding of op de kracht van het geloof, maar het leven in, met en door Jezus dat ons het leven als kind van de Vader doet genieten. Ieder kind van God zal zijn of haar schuldenaren vergeven, anders is het kind geen kind maar een bastaard. Want, hij of zij die de schuldenaren niet vergeeft, zal geen vergeving van God de Vader ontvangen. En zonder vergeving van schuld zal niemand de heerlijkheid van God binnengaan. Dit is een ernstige boodschap en een aansporing voor iedereen die gelooft dat Christus zijn of haar redding is. ‘Verblijdt u te allen tijd. Bidt zonder ophouden. Dankt God in alles; want dit is de wil van God in Christus Jezus over u. Blust den Geest niet uit, 1 Thess. 5:16-19.’ Als kinderen van God de Vader, worden wij in Efeze 4:31 en 32 aangespoord met de volgende woorden: ‘Alle bitterheid, en toornigheid, en gramschap, en geroep, en lastering zij van u geweerd, met alle boosheid; Maar zijt jegens elkander goedertieren, barmhartig, vergevende elkander, gelijkerwijs ook God in Christus ulieden vergeven heeft.’ Zoals Christus ons vergeven heeft door Zijn leven geheel te geven aan Zijn Vader, zelfs dwars door de dood, zo mogen wij ons leven geven, aan God onze Vader en dat zal blijken uit een levenswandel die gelijk is aan die van Jezus. ‘Zo doet dan aan, als uitverkorenen Gods, heiligen en beminden, de innerlijke bewegingen der barmhartigheid, goedertierenheid, ootmoedigheid, zachtmoedigheid, lankmoedigheid; Verdragende elkander, en vergevende de een den anderen, zo iemand tegen iemand enige klacht heeft; gelijkerwijs als Christus u vergeven heeft, doet ook gij alzo, Col 3:12,13.’
Lieve vrienden, als u Deze Jezus nog niet kent, laat dan alles los en weet dat u reddeloos verloren bent buiten de verzoening die alleen in Hem te vinden is. Keer u om, buig uw knieën, belijdt uw zonden en ontvang door het geloof de vergeving van al uw zonden. Alleen door deze weg wordt een gebonden kind van de duivel, een kind van God de Vader, dat de vrijheid in Christus Jezus zal genieten.
Broeders en zusters in onze geliefde Heere Jezus Christus, samen in Zijn Naam mogen wij bidden tot onze Vader Die in de hemel is. Wij mogen weten de verzoening te ontvangen hebben door het bloed van Christus, Die voor ons als het Lam is geslacht. Nu mogen wij in afhankelijkheid van God, ook hen die ons pijn hebben gedaan, verdrietig hebben gemaakt, ja ons beschadigd hebben of vals beschuldigd, vergeven, ziende op dat wat ons vergeven is. Al zijn wij dan kinderen van God de Vader, gered door het offer van Zijn Zoon, helaas moeten wij eerlijk bekennen onszelf schuldig te maken door zondige acties of nalatigheid van het goede te doen, terwijl wij daartoe geroepen werden. Wie van ons kan zeggen als kind van God geen last te hebben van een zondige gedachten die zomaar in ons op kan komen? Broers en zussen, deze zonden maken scheiding tussen Vader en ons en verbreken de innige gemeenschapsrelatie. Maar, hoe groot is God, er is vergeving altijd bij Hem geweest. ‘Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve, en ons reinige van alle ongerechtigheid, 1 Joh. 1:9.’ Hoe vaak hebben wij als kind niet gezondigd tegen onze hemelse Vader? Hoe vaak hebben wij na schuldbelijdenis niet opnieuw Zijn vrede in Christus ervaren? Zouden wij dan hen, die iets tegen ons gedaan hebben, niet vergeven? Kom broeders en zusters, laat de liefde van God onze kracht zijn en laten wij vragen of God ons in gedachten brengt, of er misschien nog iemand op deze aarde is die pijn heeft omdat wij hen niet vergeven hebben. Misschien is er wel iemand die helemaal niet om vergeving verlegen is, toch is het onze taak om indien het mogelijk is, de vrede te bewaren met alle mensen. Zoek hen op, van wie u weet dat er iets tussen u, hem of haar kan zijn en breng de liefde van God in praktijk. ‘Wordt van het kwade niet overwonnen, maar overwint het kwade door het goede, Rom. 12:21.’ Door de Heilige Geest mogen wij zeggen: “Glorie aan God de Vader, ja glorie aan God de Zoon, want van Hem is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, van nu, tot in alle eeuwigheid. Amen. Hallelujah.