Volg ons op YouTube

Wordt vervuld met de Geest.

‘En wordt niet dronken in wijn, waarin overdaad is, maar wordt vervuld met den Geest; Sprekende onder elkander met psalmen en lofzangen en geestelijke liedekens, zingende en psalmende den Heere in uw hart; Dankende allen tijd over alle dingen God en den Vader in den Naam van onzen Heere Jezus Christus; Elkander onderdanig zijnde in de vreze Gods, Ef. 5:18-21.’

Wat is eigenlijk de vervulling met de Heilige Geest?

Er is veel verwarring als het gaat over de Heilige Geest. Veel mensen denken dat de Heilige Geest en Zijn woning in ons als gelovigen, losstaat van het moment van de wedergeboorte. Met andere woorden, men kan een geredde zondaar zijn zonder dat de Heilige Geest ontvangen is. Anderen geloven in een soort tweede bekering, die men koppelt aan het gedoopt worden in de Heilige Geest. Een teken dat men in deze doop gedoopt is, blijkt dan vaak uit het spreken in tongen. Waarom al deze verwarring en deze verschrikkelijke dwalingen? Is het niet omdat wij de lering van mensen boven Gods Woord hebben gesteld?

Gods Woord spreekt niet over een bekering los van de inwoning van de Heilige Geest. Zodra een zondaar door bekering en geloof, zijn toevlucht heeft gezocht bij de Heere Jezus Christus, ontvangt hij de Heilige Geest als onderpand van het eeuwige leven. ‘In Welken (Christus) ook gij zijt, nadat gij het Woord der waarheid, namelijk het Evangelie uwer zaligheid, gehoord hebt; in Welken gij ook, nadat gij geloofd hebt, zijt verzegeld geworden met den Heiligen Geest der belofte, Die het onderpand is van onze erfenis, tot de verkregen verlossing, tot prijs Zijner heerlijkheid, Ef. 1:13,14.’

Ook spreekt Gods Woord niet over het spreken in tongen na een zogenaamde Geestesdoop. Als er in de Bijbel gesproken wordt over tongen, dan is dit altijd een taal die door anderen te verstaan is. De discipelen spraken op de Pinksterdag in tongen, zij spraken in vreemde talen, waardoor een grote menigte hun woorden konden horen. Het was God Zelf, Die deze bijzondere werking van Zijn Geest gebruikte om de wereld bekend te maken met de Evangelieboodschap. Het spreken in talen was hier een zegen van God. Zou het dan niet mogelijk zijn dat er vandaag nog in tongen gesproken wordt? Bij God zijn alle dingen mogelijk. Als God u of mij vandaag de opdracht geeft om naar een land te reizen waarvan wij de taal niet kennen, dan zou God ons de gave van het spreken in talen kunnen geven. Echter vandaag wordt de Bijbelse waarheid over het spreken in tongen verdraaid tot het verderf van de mensen. Men spreekt een bepaalde brabbeltaal en meent met God te communiceren.

Het is nodig dat wij terugkeren naar de Bijbel en niet zomaar overnemen dat wat ons geleerd wordt door mensen. De Bijbel roept ons op om waakzaam te zijn. Wij leven in een tijd waar de Waarheid verdraait wordt en allen die deze verdraaide waarheid aannemen zullen verloren gaan. ‘Want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan, en zullen tekenen en wonderen doen, om te verleiden, indien het mogelijk ware, ook de uitverkorenen, Mark. 13:22.’ Paulus vervloekt allen die een andere waarheid prediken. ‘Doch al ware het ook dat wij, of een engel uit den hemel, u een evangelie verkondigde buiten hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt, Gal. 1:8.’ Daarom is het van levensbelang dat wij, ieder persoonlijk, de Bijbelse Boodschap onderzoeken. Ik weet persoonlijk hoe moeilijk dit kan zijn. Soms lijkt alles te wankelen. Dan roept mijn hart: “O God wat is waarheid?” Wat een genade als de Heere Zelf het oog dan richt op Jezus, de Weg, de Waarheid en het Leven. In Hem vinden wij onze zaligheid, troost, vrede en volkomen rust. Juist bij het zien wat het Hem gekost heeft om ons te redden, wordt ons hart gewillig gemaakt om Hem volkomen te gehoorzamen.

We zien in de Bijbel dat de Heilige Geest in nauwe relatie staat met gehoorzaamheid. Als de Heere Jezus als het ware afscheid neemt van Zijn discipelen, dan vertroost Hij hen met de boodschap dat Hij heen zal gaan om plaats te bereiden, vanwaar Hij terug zal komen om hen tot Zich te nemen. ‘Uw hart worde niet ontroerd; gijlieden gelooft in God, gelooft ook in Mij. In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen; anderszins zo zou Ik het u gezegd hebben; Ik ga heen om u plaats te bereiden. En zo wanneer Ik heen zal gegaan zijn en u plaats zal bereid hebben, zo kom Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat gij ook zijn moogt waar Ik ben, Joh. 14:1-3.’ De Heere Jezus drukt hen op het hart om ook in Zijn afwezigheid Zijn geboden te bewaren. Misschien vragen wij onszelf af; “maar wat zijn dan Zijn geboden?” Het was de spijze van de Heere Jezus om de wil van zijn hemelse Vader te doen. Met andere woorden, Hij wandelde in de geboden van Zijn Vader. Een van de wetgeleerden vraagt Hem: ‘Meester, welke is het grote gebod in de wet? En Jezus zeide tot hem: Gij zult liefhebben den Heere uw God met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand. Dit is het eerste en het grote gebod. En het tweede, aan dit gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven. Aan deze twee geboden hangt de ganse Wet en de Profeten, Matth. 22:36-40.’ De liefde is de vervulling van de wet. Als Gods liefde ons hart vervuld willen wij net als de Heere Jezus, wandelen naar de wil van onze hemelse Vader. Ons hart wil dan gehoorzamen. Juist in dat gehoorzamen ervaren wij Gods vrede en bemerken wij hoe de zonde haar grip op ons leven verliest. De Trooster vervult ons hart met troost in de weg van gehoorzaamheid. ‘Indien gij Mij liefhebt, zo bewaart Mijn geboden. En Ik zal den Vader bidden, en Hij zal u een anderen Trooster geven, opdat Hij bij u blijve in der eeuwigheid; Namelijk den Geest der waarheid, Welken de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet; maar gij kent Hem, want Hij blijft bij ulieden en zal in u zijn, Joh. 14:15-17.’ Zo was het bij de discipelen, de Heilige Geest werd uitgestort op de Pinksterdag. En zo wordt het Pinksteren in de levens van allen die Hem liefhebben en Zijn geboden bewaren. ‘En wij zijn Zijn getuigen van deze woorden, en ook de Heilige Geest, Welken God gegeven heeft dengenen die Hem gehoorzaam zijn, Hand. 5:32.’ Dit is het geheim dat de Bijbel ons leert. ‘Die Mijn geboden heeft en dezelve bewaart, die is het die Mij liefheeft; en die Mij liefheeft, zal van Mijn Vader geliefd worden; en Ik zal hem liefhebben, en Ik zal Mijzelven aan hem openbaren, Joh. 14:21.’

Uit genade, door het geloof worden wij behouden. Geen enkel werk van onszelf kan ook maar iets toe doen aan onze zaligheid. Niemand kan de hemel verdienen met het doen van goede werken. En tegelijk is een geloof zonder werken dood. Paulus leert ons dat we alleen door het geloof zalig worden zonder de werken. Jakobus zegt dat ons geloof zonder de werken dood is. Paulus zag hoe de valse leraren de mensen onder de wet brachten en hen leerde dat door het houden van de geboden de zaligheid verdiend werd. Jakobus zag hoe de mensen de leer van Paulus misbruikten en als wettelozen door het leven gingen. Paulus zegt van zichzelf dat hij een navolger van Christus is en dus ook Gods geboden lief heeft. Hij zegt dat de wet, heilig en goed is. ‘Alzo is dan de wet heilig, en het gebod is heilig en rechtvaardig en goed, Rom. 7:12.’ Paulus wil ons dus leren om van genade alleen te leven. Te zien op dat was Jezus deed en hoe Zijn bloed ons zaligt van alle zonden en hoe dat bloed ons weer in gemeenschap brengt bij God onze Vader. Dan kan het niet anders of ons leven gaat goede werken voortbrengen. Niet voor onze redding maar door onze redding. Niet om liefde te ontvangen maar omdat wij liefde hebben ontvangen. ‘Want gelijk het lichaam zonder geest dood is, alzo is ook het geloof zonder de werken dood, Jak. 2:26.’ Hoe zou God onze werken, goede werken kunnen noemen als zij ingaan tegen Zijn geboden? We zien het belang van onderzoek. Onderzoek naar de gesteldheid van ons hart, onderzoek in Gods Woord en de noodzaak van de leiding door Gods Heilige Geest. Niet te lezen vanuit een visie maar met een verlangen om door dat Woord en door Gods Geest, steeds meer gevormd te worden naar het beeld van onze Zaligmaker.

Juist vandaag zien wij hetzelfde probleem als ten tijde van de eerste christengemeenten. Petrus waarschuwt om de leer van Paulus niet te verdraaien tot ons verderf. ‘En acht de lankmoedigheid onzes Heeren voor zaligheid; gelijkerwijs ook onze geliefde broeder Paulus, naar de wijsheid die hem gegeven is, ulieden geschreven heeft, Gelijk ook in alle zendbrieven, daarin van deze dingen sprekende; in welke dingen sommige zwaar zijn om te verstaan, die de ongeleerde en onvaste mensen verdraaien, gelijk ook de andere Schriften, tot hun eigen verderf. Gij dan, geliefden, zulks tevoren wetende, wacht u dat gij niet door de verleiding der gruwelijke mensen medeafgerukt wordt, en uitvalt van uw vastigheid; Maar wast op in de genade en kennis van onzen Heere en Zaligmaker Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid, beide nu en in den dag der eeuwigheid. Amen, 2 Petr. 3:15-18.’ De bekende Maarten Luther, helemaal verstrikt in de Roomse leer, kwam juist door het lezen van de brieven van Paulus tot het heerlijke inzicht dat alleen het geloof hem redden kon. Wat een bevrijding, niet meer het pijnigen van zijn lichaam, niet meer het opsluiten of het beklimmen van de Pilatustrap maar genade alleen redde hem van de dood. We begrijpen hoe hij zich verzette tegen de vreselijke leugen van de Roomse kerk. Als geen andere heeft hij de vrijheid in Christus gepredikt. Velen namen afscheid van de Roomse kerk en kwamen tot geloof. Jammer genoeg hebben velen de prediking van Luther niet begrepen. Het werd een geloof zonder werken. Het was niets anders dan een dood geloof. Een geloof waardoor zij bevrijd waren van het Roomse juk, maar niet bevrijd van hun zonden en hun wereldse leven. Lieve vrienden, zijn wij bevrijd van onze zonden en schuld? Heeft Gods genade ons leven veranderd? Heeft Gods Geest ons leven vervuld en kunnen wij nu niet anders dan gehoorzamen? O wat een bevrijding. Jezus, ons leven, Jezus ons voorbeeld, Jezus het middelpunt van ons leven en verlangen. Hij droeg onze schuld en nam alles weg wat in de weg stond tussen ons en onze Vader. Nu hebben wij een vrije toegang omdat Jezus onze Weg tot de Vader is. O wat een heerlijke Waarheid en wat een zalig Leven. Geen dienstbaarheid maar een liefdedienst. ‘Want gij hebt niet ontvangen den Geest der dienstbaarheid wederom tot vreze; maar gij hebt ontvangen den Geest der aanneming tot kinderen, door Welken wij roepen: Abba, Vader. Dezelve Geest getuigt met onzen geest, dat wij kinderen Gods zijn, Rom. 8:15,16.’ “Abba Vader, Lieve Vader, wat is het dat U ons hebt aangenomen tot Uw kinderen? Dank U wel voor dat heerlijke wonder van genade dat u verheerlijkt in onze levens. Bewaar ons rein en zuiver voor U opdat onze levens geheel toegewijd zijn aan U en Uw dienst.”

Lieve vrienden, broeders en zusters, laten wij onszelf niet vullen met dat wat de wereld ons bied, maar laten wij vol zijn van Gods Geest. Laten wij elkaar opbeuren en wijzen op Jezus, onze Heiland. Laten wij elkaar vermanen, bestraffen, bemoedigen en vertroosten. Laten wij samen, zingen, lezen en bidden om Hem te dienen, te loven en te prijzen. ‘En wordt niet dronken in wijn, waarin overdaad is, maar wordt vervuld met den Geest; Sprekende onder elkander met psalmen en lofzangen en geestelijke liedekens, zingende en psalmende den Heere in uw hart; Dankende allen tijd over alle dingen God en den Vader in den Naam van onzen Heere Jezus Christus; Elkander onderdanig zijnde in de vreze Gods, Ef. 5:18-21.’

Laten wij onszelf onderzoeken of er iets is dat in de weg staat om in gemeenschap met God onze Vader te leven. Hebben wij onszelf bekeert van onszelf en deze wereld en zijn wij door de Deur binnengegaan, is het offer van Jezus onze redding, heeft Hij onze schuld weggedaan en zijn wij gereinigd, is Hij het Licht van ons leven en is Hij voor ons het Brood des Levens? Kom laat dan het reukwerk van onze gebeden opklimmen tot voor Zijn troon. God Zelf zal uw harten vervullen met Zijn vrede en Zijn Trooster zal onze kracht zijn. Tot roem en eer van Zijn grote Naam. Amen.

Waar is een God, aan U gelijk,

vol liefde, vol genade

die ons, gezonken in het slijk,

met gunsten overlaadde?

De zondemacht

week voor uw kracht.

U gaf uw eengeboor’ne

tot redding van verloor’nen.

Waar is een God, aan U gelijk?

Wie kan uw liefde peilen?

Uw Zoon verliet het hemelrijk,

en wou op aard’ verwijlen.

Gerechtigheid

werd ons bereid;

verlossing, licht en leven

werd ons in Hem gegeven.

Waar is een God, aan U gelijk,

zo waard te zijn geprezen,

die door zo menig liefdeblijk

ons uitlokt U te vrezen?

Uw Geest, o Heer,

zond U ons neer,

door wie wij in U roemen,

U Abba, Vader, noemen.


Wilco Vos Veenendaal 12-06-2014