Volg ons op YouTube

Zalig zijn de barmhartigen

‘Zalig zijn de barmhartigen; want hun zal barmhartigheid geschieden, Matth. 5:7.’

Half dood lag hij langs de weg, die liep van Jeruzalem naar Jericho. Zomaar ineens waren daar die moordenaars die hem hadden overvallen en geslagen. Is er dan niemand die zich over hem ontfermt? Gelukkig daar komt iemand aan, het is een priester, iedereen kent hem als een heilig man, afgezonderd tot een bijzondere taak voor God. Wat een geluk dat deze priester langs komt, misschien kan hij nog iets voor deze stervende man betekenen. Maar wat is dat? De priester ziet de man liggen en gaat er met een boog omheen. Hoe is dat mogelijk? Gelukkig daar nadert weer iemand, het is een Leviet, ook een afgezonderde voor God uit het geslacht van Levie. Misschien kan deze Leviet nu toch nog uitkomst geven. Maar ach, ook deze vrome man loopt met een boogje om de stervende man heen. Wat een toestand, als deze vrome mannen een hulpbehoevende man zonder pardon laten sterven, wie zal dan ooit hulp bieden? Kijk daar nadert weer een man, het is een Samartiaan, de naam alleen al geeft een vieze smaak in de mond van de Jood in de tijd dat Jezus op aarde wandelde. Nee, zo’n Samartiaan daar zal een Jood niet zo snel een voorbeeld aan nemen. Bah.. maar wacht is, wat doet deze man? Hij loopt niet met een wijde boog verder, hij bukt zich en vol medelijden ontfermt hij zich over de stervende. Hij giet olie en wijn in de wonden en verbindt ze. Dan tilt hij hem op, neemt hem mee en schenkt de zorg die hij nodig heeft. Wat het ook zal kosten, hij zal het voor deze man betalen.

Tjonge, wat een ontnuchtering, door hen van wie wij het zouden verwachten werden wij beschaamd en van wie wij het nu nooit zouden verwachten, stonden we versteld. Wat een les leert de Heere Jezus ons hier. Zie maar niet op mensen, vest op prinsen geen vertrouwen, verwacht het niet van godsdienstige personen maar richt je op God en wees net zo barmhartig als deze Samaritaan (Luk. 10:37) Deze les, moet toch wel gevoelig zijn aangekomen bij de farizeeërs en de Schriftgeleerden. Zij waren toch echt de personen waar anderen tegen op moesten zien, zij waren doorkneed in het Woord van God, kenden de vijf boeken van Mozes, de Thora, als geen ander en wisten aan de mensen precies te vertellen hoe zij de wetten van God moesten begrijpen en navolgen. Maar met al hun kennis en met al hun ijver, moesten zij een les leren. Zij meenden God te dienen met al hun inzichten en wettische ijver, waarbij zij wetten bedachten om toch vooral geen Thora geboden te overtreden. Zij die struikelden werden door deze ijverige mannen bestraft en veroordeeld. Wat zij niet in de gaten hadden was, dat zij met al die ijver, zichzelf dienden en niet de God van hemel en aarde, Die helemaal geen lust heeft in deze wettische manier van leven maar in relatie met mensen wil leven als een Vader met Zijn kind. Juist dat wat de Samartiaan deed, dat is de hartsgesteldheid die aangenaam is voor God. Hoor maar wat Jezus tot hen sprak: ‘Wee u, gij Schriftgeleerden en Farizeen, gij geveinsden, want gij vertient de munte, en de dille, en den komijn, en gij laat na het zwaarste der wet, namelijk het oordeel, en de barmhartigheid, en het geloof. Deze dingen moest men doen, en de andere niet nalaten, Matth. 23:23.’ Lieve vrienden, God dienen kan niet met een ijver zonder verstand. God zoekt gebroken zondaren, beschaamd om hun zonden, opziende naar de levende God, die niets anders kunnen dan schuilen achter het bloed van de Heere Jezus Christus. Ja zij die door het geloof in de zaligmakende genade van hun Heiland, verlost zijn en verlangen om in alles hun hemelse Vader te dienen. Als zij de wet van God onderzoeken dan doen zij dit omdat hun hart vervuld is met liefde tot hun hemelse Vader en zij Zijn hart voelen kloppen in de woorden van de wet. Nee, geen blinde ijver, geen veroordeling van anderen, geen zelfgenoegzaamheid en kloppen op de borst, maar een roemen in Gods genade en in Zijn opzoekende liefde. Vrienden, dan roepen wij met Johannes, wij hebben Hem lief omdat Hij ons eerst heeft liefgehad en omdat Hij ons zo lief had, willen wij wandelen zoals Jezus ons het voorbeeld gaf. Dat willen is het werk van God, dat willen komt voort uit een liefdevol hart dat weet dat het van zichzelf geen goeds heeft te verwachten maar in afhankelijkheid van de Heilige Geest, vol goede moed, ziet op de overste Leidsman en voleinder van het geloof, de Heere Jezus Christus. Hij heeft gezegd: ‘Zalig zijn de barmhartigen; want hun zal barmhartigheid geschieden, Matth. 5:7.’

Lieve vrienden, hebt u de Heere Jezus lief? Hebt u ontdekt dat er buiten Hem geen leven is en dat u om eigen schuld verloren zult gaan als u niet schuilt bij Hem Die zijn leven gaf opdat zondaren zouden leven? Hebt u door deze nood gedreven uw toevlucht gezocht bij Hem als de zaligmaker van uw zonden? Hoe gelukzalig zijn zij, die gestopt zijn met redeneren en het volharden in eigenwijze vijandschap tegen God, ja zij die als het ware hun wapens hebben ingeleverd om te buigen voor de levende God. Wat is dat een zaligheid, daar waar de mens alles verliest, ontvangt zij door het geloof uit genade de vergeving van alle zonden. Daar wordt de zondaar teruggebracht in gemeenschap met God de Vader en ontvangt de Heilige Geest, Die de nieuwgeboren mens leert wandelen door het geloof tot glorie van God. Kom vrienden, als deze Jezus uw Zaligmaker nog niet is, dan komt vandaag tot u de roepstem: “Bekeert u, bekeert u.” Dat betekent; Keer u af van uw eigenwijze levensweg waarin u in vijandschap leeft met God, doordat u zichzelf niet onderwerpt aan Zijn wil en daarbij Zijn liefde in het schenken van Zijn Zoon veracht en keer u om naar Hem die zondaren nodigt en uit vrije genade het eeuwige leven schenkt. ‘Want God heeft Zijn Zoon niet gezonden in de wereld, opdat Hij de wereld veroordelen zou, maar opdat de wereld door Hem zou behouden worden, Joh. 3:17.’ Hoe barmhartig is onze God! Lieve vrienden het is of buigen, het belijden van de zonden en door het geloof het eeuwige leven ontvangen of staande blijven in eigen kracht en voor eeuwig verloren gaan.

Wat een zegen, broeders en zusters als u mag roemen in Gods genade, als u mag zeggen; Mijn God is een barmhartig God, ik had de dood verdiend maar uit genade heb ik eeuwig leven ontvangen. Leer de les van de Samaritaan en ontferm u met barmhartigheid over de mensen om u heen. Deel van uw goed aan hen die nood hebben, huil met hen die verdriet hebben, wees verblijd met hen die in vreugde zijn, verzorg de zieken, bezoek de eenzamen en doe dat alles niet omdat het moet maar omdat Jezus uw leven is, Zijn liefde uw hart vervuld en de Heilige Geest u de kracht geeft. De Heilige Geest zal niet teveel van u vragen, Hij zal u niet aansporen tot een blinde ijver zonder verstand. Nooit zal deze roep tot barmhartigheid ten koste gaan van echtgenoten of kinderen, die in de eerste plaats onze barmhartigheid nodig hebben. Als wij denken aan het in de praktijk brengen van de barmhartigheid, dan geloof ik dat we wel in de eerste plaats bewust moeten zijn van het feit dat alle mensen gezondigd hebben en daarom het oordeel en de dood verdient hebben. Ja, dat wij, in barmhartigheid bewogen, het heil zoeken van onze naasten, door hen de liefde van God voor te leven, hen te helpen daar waar wij kunnen en hen te wijzen op het Lam dat geslacht is voor onze zonden. De Spreukendichter zegt: ‘Red degenen, die ter dood gegrepen zijn; want zij wankelen ter doding, zo gij u onthoudt, Spr. 24:11.’ Kunnen wij dan mensen redden? Wij moeten nu niet redeneren, wij weten dat alleen Gods genade mensen kan redden en dat zij die genade ontvangen door het geloof. Toch komt de boodschap door het Woord tot ons. Red hen! Laat de roepstem klinken: “Bekeert u bekeert u!” Wijst hen op de noodzaak van bekering en het geloof in de Heere Jezus Christus: ‘Want een iegelijk, die den Naam des Heeren zal aanroepen, zal zalig worden. Hoe zullen zij dan Hem aanroepen, in Welken zij niet geloofd hebben? En hoe zullen zij in Hem geloven, van Welken zij niet gehoord hebben? En hoe zullen zij horen, zonder die hun predikt? Rom. 10:13,14.’

De barmhartige zal ook vaak op weerstand stuiten. Mensen willen best wel geld ontvangen als ze het moeilijk hebben, maar horen dat Jezus Christus de enige Weg ten leven is, wordt vaak niet in dank aangenomen. Het is barmhartig om hen te waarschuwen die afdwalen van de eenvoud van Gods Woord en verstrikt zijn geraakt in de godsdienst van deze tijd waarbij het eigen ik, het goede gevoel en het vrije leven, het besef van Gods heiligheid heeft verdrongen. Ja het is barmhartig om hen te waarschuwen die verstrikt zijn in theologie, in vorm, mystiek, een blinde ijver voor de wet of wat dan ook wat geen stand zal houden in het oordeel. ‘Maar zijt jegens elkander goedertieren, barmhartig, vergevende elkander, gelijkerwijs ook God in Christus ulieden vergeven heeft, Ef. 4:32.’ Wat een zegen om te mogen leven in dat diepe besef dat alle zonden zijn vergeven en we nu in het nieuwe leven mogen wandelen, uitziende naar die grote dag die komt. Die dag waarop de gerechtigheid het kwaad voor eens en altijd zal overwinnen. Hoe verschrikkelijk voor hen die de Heere Jezus niet liefhebben; ‘Want een onbarmhartig oordeel zal gaan over dengene, die geen barmhartigheid gedaan heeft; en de barmhartigheid roemt tegen het oordeel, Jak. 2:13.’ Heerlijk voor hen die naar Hem uitzien, want Hij belooft: ‘Zalig zijn de barmhartigen; want hun zal barmhartigheid geschieden, Matth. 5:7.’

Psalm 146 vers 1,2 en 3

Prijs den HEER met blijde galmen;

Gij, mijn ziel, hebt rijke stof;

‘k Zal, zo lang ik leef, mijn psalmen

Vrolijk wijden aan Zijn lof;

‘k Zal, zo lang ik ‘t licht geniet,

Hem verhogen in mijn lied.

Vest op prinsen geen betrouwen,

Waar men nimmer heil bij vindt;

Zoudt g’ uw hoop op mensen bouwen?

Als Gods hand hun geest ontbindt,

Keren zij tot d’ aarde weer,

Storten met hun aanslag neer.

Zalig hij, die in dit leven

Jacobs God ter hulpe heeft;

Hij, die door den nood gedreven,

Zich tot Hem om troost begeeft;

Die zijn hoop, in ‘t hachlijkst lot,

Vestigt op den HEER, zijn God.


Wilco Vos Veenendaal 05-12-2016