Volg ons op YouTube

Zeker

‘En gij zult vertrouwen, omdat er verwachting zal zijn, Job 11:18a.’

In het Engels lezen we; ‘And you shall be secure, because there is hope.’ “Job”, zo zegt Zofar zijn vriend; “Als je hart zover is, spreid dan je handen naar de HEERE uit en als er onrecht in je hand is, doe dat dan ver weg en laat er geen onrecht in je tenten wonen. Dan kun je je gezicht opheffen uit alle ellende, dan zal je vast staan en niet bevreesd zijn. Voorzeker, jij zult de moeite vergeten, je zult er net zomin aan denken als aan water dat langs gestroomd is. Helderder dan de middagzon zal je leven opgaan; Wat donker is, zal als de morgen zijn. Je zult vertrouwen omdat er hoop is. Job, als je nu om je heen kijkt, dan lijkt alles verloren, maar wees vol vertrouwen, wees er zeker van dat er hoop is en daarin ligt alles vast.”

Deze woorden van hoop schitteren als parels te midden van beschuldigingen zonder enige grond. Het is onbegrijpelijk hoe de vrienden van Job hun vriend in de grootste crisis van zijn leven hebben beschuldigd en verdacht gemaakt. Zofar zegt zelfs: “Och dat God zelf maar tot je sprak, Job, kun jij vinden wat God onderzoekt? Kun jij de volmaaktheid van de Almachtige doorgronden? ” Zofar denkt het bij het rechte eind te hebben, als Job zo geslagen wordt, en alles moet verliezen, dan moet er toch wel iets aan schorten. “Wie ben jij Job, dat je de Almachtige kunt doorgronden?” Wat een ontnuchtering moet dat voor Zofar en de anderen geweest zijn toen de HEERE tegen Elifaz zei: “Mijn toorn is ontbrand tegen u en tegen uw twee vrienden, want u hebt niet juist over Mij gesproken, zoals Mijn dienaar Job. (Job 42:7-9)” De vrienden van Job moeten brandoffers brengen en Job vragen of hij voor hen wil bidden. Wat een ontnuchtering, hoe mooi en waarheidsgetrouw klonken toch al de woorden gesproken door de vrienden van Job, maar wie zal de volmaaktheid van de Almachtige doorgronden? Wie kan de reden van iedere situatie, beproeving en het verdriet verklaren in het leven?

Is het ook vandaag niet zo dat er net als Job, mensen zijn die vals beschuldigd worden door vrienden, broeders en zusters, door hen van wie je juist steun zou moeten krijgen? “Hé, heb je het al gehoord?””Ja, het is wat hè…..” Mensen denken voor anderen maar al te vaak in te moeten vullen waarom er tegenslag op tegenslag gezien wordt. Men heeft zo snel het oordeel klaar en suggereert maar zo dat er wel iets grondig mis moet zijn in het leven van deze ellendige. Je hoort het ze zeggen: “Ja, ze denken met God te wandelen, maar ondertussen gaat het ze niet voor de wind…” Lieve vrienden, wat kunnen mensen elkaar pijn doen, en wat blijkt ook uit deze geschiedenis dat onze mening, hoe mooi en oprecht het ook mag schijnen, weleens helemaal mis kan zijn. Wat blijkt ook hier maar weer al te waar dat we niet op prinsen moeten vertrouwen, nee vestig je hoop niet op dat wat mensen zeggen of doen maar schuil daar waar het veilig is.

David, de herdersjongen, kende de HEERE als zijn Herder en sprak: ‘Al ging ik ook in een dal der schaduw des doods, ik zou geen kwaad vrezen, want Gij zijt met mij; Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij, Ps. 23:4.’ In de grootste nood bleef hij vertrouwen dat er bij de HEERE volkomen uitkomst is. ‘Wat buigt gij u neder, o mijn ziel! en wat zijt gij onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem nog loven; Hij is de menigvuldige Verlossing mijns aangezichts, en mijn God, Ps. 43:5.’

Deze God is nog Dezelfde, als wij op zoek zijn naar zekerheid, de bron voor vaste hoop en vertrouwen, dan moeten we schuilen daar waar we echt veilig zijn: ‘Die in de schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten, die zal vernachten in de schaduw des Almachtigen, Ps. 91:1.’ Daar vinden we een zekerheid die nooit vergaat. Wat de toekomst ons ook brengt, gezeten in deze schuilplaats zijn wij veilig tegen de grootste stormen, daar vinden we een vrede voor het hart die al het verstand te boven gaat. Vrienden, slaan wij het oog op deze God, dan zullen we de waarheid van Zofars woorden ondervinden: ‘En gij zult vertrouwen, omdat er verwachting zal zijn, Job 11:18a.’ Bij de HEERE is verwachting, van Hem is al ons Heil en met Hem zullen wij nooit beschaamd uitkomen.

In gedachten zien we een grote verlaten woestenij voor ons, een grote vlakte zand met hier en daar een boompje. In deze eenzaamheid wandelt een man. Hoever moet hij nog gaan? Kijk, hij staat stil en tuurt in de verte. Het is niet voor niets dat hij schrikt, een donkere hemel voorspelt dat een zandstorm op komst is. Waar zal deze man moeten schuilen tegen dit naderende onheil? Hij is al zo vermoeit, de dorst heeft hem verzwakt, hoe zal dit aflopen? Hij tuurt om zich heen of er ook ergens een plaats is waar hij veilig. In de verte ziet hij iets donkers, hij loopt en ziet hoe het onbekende zich langzaam maar zeker begint te vormen tot een rotsachtige heuvel. De zandstorm lijkt hem in te halen maar met de laatste krachtinspanning, gedragen door de hoop, versnelt hij zijn pas en voordat de zandstorm zich op hem kan storten valt hij languit en vindt leven daar waar hij dacht te sterven.

Zomaar een voorbeeld van een vermoeide reiziger, die een schuilplaats vond tegen de dood. Als we dit beeld doortrekken dan zouden we kunnen zeggen dat wij allemaal reizigers zijn in een verlaten wildernis. Pijn, verdriet, honger, oorlog, dood en verderf zien we om ons heen als het gevolg van de zondige keuzes die wij hebben gemaakt. Lieve vrienden, het oordeel van God zal komen over deze wereld die God verlaten heeft. Dat zal geen zandstorm zijn maar een verschrikking zoals er nooit geweest is. Waarom? Omdat God rechtvaardig is en de zonde niet ongestraft kan laten. Zijn heiligheid kan niet samengaan met de zonden. Er zal straks een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zijn waarop gerechtigheid woont, maar voordat die heerlijkheid vervuld zal worden, rekent God eerst nog af met de zonde en de ongerechtigheid. Als wij eerlijk zijn en letten op de tekenen van de tijd dan moeten wij de donkere aanstormende wolk wel zien en wie zal dan veilig zijn? Vrienden, zie het Lam van God, dat de zonde der wereld wegneemt. Zie dan toch het kruis van Golgotha, zie, hoe daar tussen de moordenaars, de Zoon van God genageld is aan dat vloekhout. Hoor hoe Hij bidt: “Vader vergeef het hun want zij weten niet wat zij doen.” Daar hangt Die lijdende Borg, Die Zichzelf gegeven heeft tot een rantsoen, een losprijs voor velen (Matth. 20:28). Paulus zegt van Hem: ‘Want er is een God, er is ook een Middelaar Gods en der mensen, de Mens Christus Jezus; Die Zichzelven gegeven heeft tot een rantsoen voor allen, zijnde de getuigenis te zijner tijd, 1 Tim. 2:5,6.’ Hij, de Zaligmaker der wereld heeft tot vermoeide en belaste zielen gesproken: ‘Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven, Matth. 11:28.’ Kom dan en treuzel toch niet langer, zie dan toch hoe de oordelen zich over Nederland en de wereld voltrekken. Besef dan toch dat als u vandaag sterft zonder schuilplaats, dat u voor eeuwig verloren bent. Jezus Christus is de Schuilplaats, van God gegeven: ‘Want de bezoldiging (het loon) der zonde is de dood, maar de genadegift Gods is het eeuwige leven, door Jezus Christus, onzen Heere, Rom. 6:23.’ Niemand van ons hoeft onzeker te zijn over de waarheid van Gods Woord: ‘Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. Want God heeft Zijn Zoon niet gezonden in de wereld, opdat Hij de wereld veroordelen zou, maar opdat de wereld door Hem zou behouden worden. Die in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar die niet gelooft, is alrede veroordeeld, dewijl hij niet heeft geloofd in den Naam des eniggeboren Zoons van God, Joh. 3:15-18.’ Er is geen enkele hoop, geen enkele zekerheid of schuilplaats die ons zal kunnen beschermen tegen Gods oordeel, dan deze Jezus. Kom vrienden, achter u rolt het oordeel en voor u wordt u de schuilplaats aangeboden in de Zoon van God, wat doet u? Schudt u moedeloos het hoofd en valt u neer buiten deze schuilplaats? Meent u het zonder deze Jezus ook wel te redden? Of valt u neer aan Zijn voeten? Belijdt Hem uw zonden, want daar is Hij voor gekomen, Zijn bloed reinigt van alle zonden. Hij is de Zaligmaker der wereld, is gestorven en begraven maar ook weer opgestaan, Hij is opgevaren naar de hemel vanwaar Hij spoedig komen zal. Zie het oordeel en denk aan de stokbewaarder, die het oordeel zag en riep het uit: “Wat moet ik doen, opdat ik zalig worde?” Het antwoord klonk heel eenvoudig: ‘Geloof in den Heere Jezus Christus, en gij zult zalig worden, gij en uw huis, Hand. 16:31.’ Vandaag mag u hetzelfde doen, leg u maar neer aan Jezus voeten, zie naar Hem op en laat Zijn liefde uw hart vervullen, laat Zijn bloed u reinigen van al uw zonden, dan hebt u eeuwig leven.

Lieve broeders en zusters, u die de Heere Jezus liefhebt, Zijn stem gehoorzaamt en Zijn voetstappen navolgt; wees verzekerd van de waarheid van Gods Woord en zeg met Paulus: ‘Want ik ben verzekerd, dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch machten, noch tegenwoordige, noch toekomende dingen, Noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onzen Heere, Rom. 8:38.’ Nog een kleine tijd en wij zullen zeker altijd met Hem zijn, vertroost elkaar met deze woorden. Amen.

Wilco Vos Veenendaal 07-03-2017